NEDERLANDS 1. INSTRUCTIES VOOR DE VEILIGHEID LEGENDA In deze publicatie zijn de volgende symbolen gebruikt: Situatie met algemeen gevaar. Het niet in acht nemen van de voorschriften die na dit symbool volgen kan persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. Situatie met gevaar voor elektrische schok.
Deze handleiding bevat de aanwijzingen voor de installatie, het gebruik en het onderhoud van dompelpompen van de serie FK. De pompen zijn uitgerust met elektromotoren met een vermogen tussen 1,1 en 11 kW. De pompen van de serie FK zijn ontworpen en aangepast voor het pompen van huishoudelijk en industrieel afvalwater dat compatibel is met het materiaal waarvan de pompen zijn gemaakt.
Kabelstekker H07RN8-F Pomphuis GJL200 Afb. 1 FK pomp 2.2 Bedrijfsomstandigheden De FKV en FKC pumps zijn geschikt voor de volgende bedrijfsomstandigheden: Werking S1 (continu bedrijf), de pomp moet altijd tot aan de bovenkant van de motor worden ondergedompeld in de verpompte vloeistof. Zie afb. 2.
NEDERLANDS Temperatuur bedrijfsvloeistof 0 °C t/m +40 °C. Gedurende korte periodes is een temperatuur van maximaal +60 °C toegestaan (geldt niet voor Ex uitvoeringen). Explosieveilige pompen mogen nooit vloeistoffen met een temperatuur hoger dan +40 °C verpompen. Omgevingstemperatuur Voor niet-explosieveilige pompen mag de omgevingstemperatuur gedurende een kortere periode hoger zijn dan +40 °C.
Maak deze zo nodig vast. Onzorgvuldigheid tijdens hijsen of transport kan persoonlijk letsel veroorzaken en/of de pomp beschadigen. Zie de FK Quick Guide voor meer informatie omtrent de verplaatsing. 3.2 Opslag Als de pomp gedurende langere tijd wordt opgeslagen, dan dient te worden gezorgd voor bescherming tegen vocht en hitte.
NEDERLANDS 4.2 Informatie met betrekking tot producten met Ex-markering Markering: CE 0477 II2G Ex db k IIB T4 EPT 16 ATEX 2440 X 0477: Identificatiecode van de instelling die de productielocatie controleert. Explosieveilig apparaat bedoeld voor gebruik in een mogelijk explosieve omgeving. II: groep.
Zie voor verdere bijzonderheden over de accessoires het blad met technische gegevens van de pompen, of neem contact op met DAB Pumps. Bevestig het extra typeplaatje dat bij de pomp is meegeleverd aan het kabeluiteinde in de besturingskast.
NEDERLANDS Wij adviseren om altijd DAB pumps toebehoren te gebruiken om storingen als gevolg van een onjuiste installatie te voorkomen. Gebruik uitsluitend de hijsbeugel voor het hijsen van de pomp. Gebruik deze niet om de pomp in positie te houden tijdens bedrijf.
Pagina 16
NEDERLANDS Ga als volgt te werk: Bevestig de verankeringsbeugel van de geleideslangen (afb.5 - pos. A) aan de rand van het bekken. Plaats de steunpoot op de bodem van de put voor de automatische aankoppeling (afb. 5 - pos. B) en controleer met een peillood of de conische uitsteeksels voor aankoppeling van de geleideslangen perfect haaks zijn op de overeenkomende uitsteeksels van de...
NEDERLANDS 5.2 Ondergedompelde installatie op draagconstructie Het is raadzaam een persleiding te gebruiken met een diameter die niet kleiner is dan de opening van de pomp zelf. Als er een buigzame leiding wordt gebruikt, heeft een type met metalen spiraal de voorkeur, aangezien deze een betere handhaving van de doorgangsdiameter garandeert, ook bij bochten of richtingveranderingen.
Alle pompen zijn voorzien van een kabel van 10 m en één vrij kabeluiteinde. Neem voor grotere lengten contact op met de technische dienst van DAB pumps. Voor de verbindingen van de veiligheidssystemen van de pomp, zoals thermische beveiligingen en de watersensor in de olie moet worden gezorgd door de gebruiker, die een bedieningspaneel moet gebruiken met geschikte kenmerken.
Voor meer informatie over schakelpanelen en het gebruik van niveauschakelaars, gelieve contact op te nemen met DAB Pumps. De schakelaars of sensoren in mogelijk explosiegevaarlijke omgevingen moeten zijn gecertificeerd voor dit soort toepassing.
NEDERLANDS Afb. 9 In- en uitschakelniveaus Min. 10cm Zorg ervoor dat het effectieve volume van de tank Alarm niet zo laag wordt dat het aantal inschakelingen per Start uur het maximum toegestane aantal overschrijdt. Werking S1 Stop Werking S3 Stop Afb.
NEDERLANDS 7.1 Algemene opstartprocedure Deze procedure geldt voor nieuwe opstellingen alsmede voor inspecties na het uitvoeren van service, wanneer het opstarten op een later tijdstip gebeurt dan dat de pomp in de tank is geplaatst. Na lange opslagperiodes moet de conditie van de olie in de oliekamer worden gecontroleerd. Zie ook par.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden aan explosieveilige pompen dienen te worden uitgevoerd door DAB pumps of door een door DAB pumps aangewezen werkplaats. Dit heeft echter geen betrekking op de hydraulische componenten zoals het pomphuis, de waaier en de mechanische afdichting.
Pagina 23
NEDERLANDS Defecte lagers kunnen de Ex-veiligheid verminderen. O-ringen en soortgelijke onderdelen Zorg er tijdens service/vervanging voor dat de groeven voor de O-ringen en ook de afdichtingsvlakken zijn gereinigd voordat de nieuwe onderdelen worden aangebracht. Gebruikte rubberen onderdelen mogen niet worden hergebruikt. Explosieveilige pompen moeten eenmaal per jaar worden gecontroleerd door een geautoriseerde Ex-werkplaats.
8.2 Buitengewoon onderhoud De werkzaamheden voor buitengewoon onderhoud mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een assistentiewerkplaats die erkend is door DAB Pumps. 8.3 Verontreinigde pompen Als een pomp gebruikt is voor een vloeistof die schadelijk voor de gezondheid of giftig is, dan moet de pomp aangemerkt worden als verontreinigd.
Pagina 25
NEDERLANDS STORINGEN WAARSCHIJNLIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN Overbelasting vanwege verstopping van Verwijder de blokkering, ga eventueel naar de pomp. de assistentiedienst. Gepompte vloeistof te dik of viskeus. vloeistof verdunnen. Vervang elektropomp die niet geschikt is voor de installatie. Stroomopname hoger dan Interne wrijvingen vanwege verstopping Verwijderen en schoonmaken.