Fout4
De motor draait in de tegenovergestelde richting. Verkeerde aansluiting van de positiesensor.
Fout 5
De meting wordt gestart voordat de wielkap gesloten is.
Fout in het geheugen van de automatische kalibratiewaarde.
Fout7
Er is geen referentiegewicht toegevoegd tijdens de automatische kalibratie. Druksensor
Fout8
beschadigd of niet goed aangesloten.
NL