3.2.
Klaarmaken voor gebruik
Vervoer
Voor transport dient de machine goed vastgezet te worden op een pallet in de originele verpakking.
Gebruik een vorkheftruck of palletwagen met een geschikt laadvermogen. De vorken van de vrachtwagen
moeten centraal onder de machine worden geplaatst om kantelen tijdens het transport te voorkomen.
Locatie van het apparaat
De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 40°C en de relatieve vochtigheid moet lager zijn dan
85%. Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waarin het apparaat wordt gebruikt. Laat ruimte vrij
rondom de machine, zodat u hem veilig en vrij kunt gebruiken. Houd het apparaat uit de buurt van hete
oppervlakken. Gebruik het apparaat op een vlakke, stabiele, schone, vuurvaste en droge ondergrond en
buiten bereik van kinderen en personen met een verstandelijke beperking. Plaats het apparaat zo dat u
altijd bij de stekker kunt. Het netsnoer dat op het apparaat is aangesloten, moet goed geaard zijn en
overeenkomen met de technische gegevens op het productetiket!
De machine moet worden aangesloten door een persoon met de juiste kwalificaties en kennis. Bevestig het
deksel op de machine.
3.3.
Gebruik van het apparaat
Machinebediening
1.
Zorg ervoor dat de
2.
Sluit het apparaat aan op een stroombron.
3.
Schakel het apparaat in met de
4.
Monteer het wiel volgens de instructies in het gedeelte 'Montage van het wiel'.
5.
Voer parameters in volgens de instructies in het gedeelte 'Parameterinstellingen'.
6.
Balanceer de band volgens de instructies in het hoofdstuk 'Wiel balanceren'.
D.
Indicator van de onbalanspositie van de buitenband
E.
Indicator van de geselecteerde balanceringsmodus
F.
Knop voor invoer van afstand
G.
Knop voor invoer van wielbreedte
H.
Knop voor invoer van wieldiameter
I.
" " / automatische kalibratieknop
J.
"
" knop / selectie van balanceringsmodus
(gewichten plaatsen punt)
K.
L.
M.
""
N.
O.
""
schakelaar op
"" staat.
schakelaar op de zijwand van de behuizing.
NL
Functieknop
""
knop
knop
""
knop
knop