INSTALLATIe
Ingebruikname
11. Ingebruikname
11.1 Eerste ingebruikname
f Spoel de koudwaterleiding grondig door vóór aansluiting van
f
het toestel op de waterleiding, zodat er geen vreemde voor-
werpen in de boiler of het veiligheidsventiel terecht kunnen
komen.
f Installeer een circulatiepomp in het warmtewisselaarcircuit.
f
f Spoel voor de installatie van het toestel de warmtewisse-
f
laar met een waterstraal door om vreemde voorwerpen te
verwijderen.
f Steek een temperatuursensor van de regeling van de warm-
f
tegenerator die op de warmtewisselaar is aangesloten, in
de vrije sensorhuls op de flens. Steek de temperatuursensor
door de "Doorvoer elektriciteitskabels II" en tot aan de aan-
slag in de sensorhuls.
f Open de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
f
f Open een tappunt tot het toestel gevuld is en het leidingnet
f
luchtvrij is.
f Ontlucht de warmtewisselaar.
f
f Stel het doorstroomvolume in. Let daarbij op het maximaal
f
toegelaten doorstroomvolume bij volledig geopende kraan
(zie hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel").
f Reduceer, indien gewenst, het doorstroomvolume op de
f
smoring van de veiligheidsventiel.
f Controleer de werkmodus van het toestel.
f
f Controleer de werking van het veiligheidsventiel.
f
11.1.1 Overdracht van het toestel
f Leg aan de gebruiker de werking van het toestel en van
f
het veiligheidsventiel uit en maak hem vertrouwd met het
gebruik.
f Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name het gevaar
f
van brandwonden.
f Overhandig deze handleiding.
f
11.2 Opnieuw in gebruik nemen
Zie hoofdstuk "Eerste ingebruikname".
12. Buitendienststelling
f Tap het toestel af. Zie het hoofdstuk "Onderhoud/het toestel
f
aftappen".
18
| PSH W
13. Storingen verhelpen
Storing
Oorzaak
Het veiligheidsventiel drup-
De klepzitting is vuil.
pelt na, wanneer de verwar-
ming is uitgeschakeld.
De waterdruk is te
hoog.
14. Onderhoud
Raadpleeg het hoofdstuk "Het toestel aftappen" als het toestel
moet worden afgetapt.
14.1 Veiligheidsventiel controleren
f Het is verplicht het veiligheidsventiel regelmatig te testen.
f
14.2 Het toestel aftappen
WAARSCHUWING verbranding
Tijdens het aftappen kan er heet water uit het toestel
lopen.
Indien de boiler voor onderhoudswerkzaamheden of bij vorstge-
vaar moet worden afgetapt voor de bescherming van de volledige
installatie, gaat u als volgt te werk:
f Sluit de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
f
f Open de warmwaterkleppen van alle tappunten tot het toe-
f
stel afgetapt is.
f Laat het restwater af aan het veiligheidsventiel.
f
14.3 Veiligheidsanode controleren/vervangen
f Controleer de veiligheidsanode voor het eerst na één jaar en
f
vervang deze, indien nodig.
f Beslis daarna in welke tijdsintervallen de verdere controles
f
moeten uitgevoerd worden.
14.4 Ontkalken
f Verwijder losse kalkafzettingen uit de boiler.
f
f Ontkalk, indien noodzakelijk, het binnenreservoir met in de
f
handel verkrijgbare ontkalkingsmiddelen.
f Behandel het oppervlak van het reservoir en de veiligheids-
f
anode niet met ontkalkingsmiddelen.
Oplossing
Reinig de klepzitting.
Installeer een redu-
ceerventiel.
www.stiebel-eltron.com