5.6
Positionering sonde - elektrodes
Vooraleer de brander te installeren op de ketel,
controleer of de sonde en de elektrodes correct
gepositioneerd zijn, zoals geïllustreerd in Afb. 14.
LET OP
Gebruik eventueel de stiften 1) (Afb. 15) om de
correcte afmetingen te verkrijgen.
Respecteer de afmetingen die worden aangeduid
in Afb. 14.
LET OP
De
brander
gemonteerde branderkop en elektroden.
LET OP
5.7
Bevestiging van de brander op de ketel
Voor de installatie als volgt te werk gaan:
Assembleer de luchtinlaat 1) met de schroeven 2) en
moeren.
Sluit de hoogspanningskabels aan op de transformator
23)(Afb. 16) en de aansluiting van de ioniseersonde op de
relatieve kabel die uit de apparatuur steekt.
Bevestig de groep 20)(Afb. 16) met de 4 schroeven en
moeren 18) die meegeleverd zijn.
Installeer de gasstraat volgens de aanwijzingen op p. 23.
Let op de aanwezigheid van de afdichting 19)
(Afb. 16) en de gasdichting.
LET OP
20098650
wordt
geleverd
met
Installatie
reeds
20071129
20084009
23
D9777
20
NL
Elektroden
Sonde
20
Afb. 14
Afb. 15
19
18
Afb. 16