4.3
Afmetingen
De afmetingen van de brander en van de flens worden aangeduid
in Afb. 1.
mm
RX 360 S/PV
443
4.4
Werkingsveld
Het maximumvermogen mag niet hoger zijn dan de
maximumlimiet van het diagram (Afb. 2).
Het minimumvermogen mag niet minder bedragen dan de
minimumwaarde van het diagram.
Het inschakelvermogen moet gekozen worden binnen het
gamma A voor het gas G20 - G31.
4.4.1
Proefketel
De werkingsvelden zijn het resultaat van testen met speciale
proefketels, volgens norm EN 676.
Technische beschrijving van de brander
20069631
A
B
C
417
675
A
Thermisch vermogen – kW
E
F
371
580
410
Het werkveld (Afb. 2) werd verkregen bij de
omgevingstemperatuur van 20°C, en bij de
barometerdruk van 1013 mbar (ongeveer 0 m
b.z.s.).
LET OP
4.4.2
Ketels in de handel
De combinatie brander-ketel heeft geen problemen als de ketel
CE gehomologeerd is.
Als de brander, daarentegen, gecombineerd moet worden met
een commerciële ketel zonder CE-homologatie en/of waarvan de
afmetingen van de verbrandingskamer beduidend kleiner zijn,
moeten de constructeurs gecontacteerd worden.
Het wordt afgeraden deze brander te gebruiken voor ketels
waarvan de rookgassen langs voor afgeleid worden.
9
NL
G
H
I
144
306
20069649
Afb. 1
L
134
Tab. C
Afb. 2
20098650