Onderhoud motor
Het waarschuwingssysteem
voor motoroververhitting
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
1
Figuur 33
1. Schakelaar temperatuur
1. Draai het contactsleuteltje op I.
2. Maak de rood/blauwe draadaansluiting los van de
temperatuurschakelaar van de motor.
3. Raak met het metalen uiteinde van de draad een
geschikt aardingspunt aan. Zorg dat het metalen
oppervlak goed contact maakt.
De claxon klinkt en het waarschuwingslampje van de
temperatuur van de motorkoelvloeistof gaat branden als
teken dat het systeem goed functioneert. Als het systeem niet
functioneert, moet het eerst worden gerepareerd voordat u de
maaimachine gaat gebruiken.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 500 bedrijfsuren
Onderhoud van het primaire luchtfilter
Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek
kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze
beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op
lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Geef het primaire luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt
als de onderhoudsindicator
luchtfilter vervangt voordat dit nodig is, wordt alleen maar
de kans vergroot dat er vuil in de motor komt als het filter
wordt verwijderd.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het deksel goed vastzit en
de luchtfilterbehuizing helemaal afsluit.
G014437
(Figuur
34) dit aangeeft. Als u het
1. Controleer de blokkage-indicator van het filter. Als de
indicator rood is, vervang dan het luchtfilter
34).
2. Voordat u het filter weghaalt, moet u met schone
en droge perslucht onder lage druk (2,76 bar) grote
hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat tussen
de buitenkant van het filter en de filterbus zit.
Opmerking: Gebruik geen perslucht onder hoge
druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het
inlaatkanaal kan worden geblazen.
Opmerking: Deze reiniging voorkomt dat er vuil in
de inlaat terechtkomt als u het filter verwijdert.
1
2
1. Stofkap
2. Stofbak
3. Verwijder het deksel van het luchtfilterhuis.
4. Verwijder en vervang het filter
Opmerking: Een gebruikt filterelement reinigen kan
de filtermedia beschadigen.
5. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en
controleer het uiteinde van het filter (dit moet goed
aansluiten) en de filterbehuizing.
Opmerking: Een beschadigd element mag niet
worden gebruikt.
6. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het
element aan te drukken om dit vast te zetten in de
filterbus.
34
G014565
Figuur 34
3
G014566
Figuur 35
3. Luchtfilter
(Figuur
35).
(Figuur