Onderhoudsinterval
Vóór de stalling
Om de 2 jaar
Controlelijst voor dagelijks onderhoud
Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Gecontroleerde item
Werking van interlockschakelaars controleren.
Werking van de remmen controleren.
Controleer of de rolbeugel verticaal (opgericht) en
geborgd is.
Het peil van de motorolie en de brandstof
controleren.
Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren.
Radiateur en scherm controleren op vuil.
Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Controleren op ongewone geluiden tijdens het
gebruik.
Peil van hydraulische vloeistof controleren.
Hydraulische slangen en leidingen op schade
controleren.
Controleren op lekkages.
Controleer de bandenspanning.
Werking van instrumenten controleren.
Controleren of de smeernippels moeten worden
gesmeerd.
2
Beschadigde lak bijwerken.
1.
Controleer de gloeibougie en de spuitstukken van de injector als de motor moeilijk start, buitensporig veel rook afgeeft of
ongelijkmatig loopt.
2.
Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval
Onderhoudsprocedure
• Brandstoftank aftappen en reinigen.
• Koelsysteem schoonspoelen en koelvloeistof vervangen.
• Alle loszittende slangen vervangen.
• De transmissiekabel vervangen.
Voor week van:
Ma.
1
Di.
Wo.
Do.
31
Vr.
Za.
Zo.