Bestuurdersstoel
WAARSCHUWING
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen,
moet u eerst controleren of het mechanisme van de
bestuurdersstoel goed functioneert en na verstelling
en vergrendeling stevig op zijn plaats blijft.
De stoel mag uitsluitend worden versteld als de
maaimachine stilstaat en op de handrem is gezet.
De bestuurder kan de controle verliezen, wat
lichamelijk letsel of materiële schade kan
veroorzaken.
Lengte-instelling: Met de stoelverstelhendel kunt u de stoel
naar voren en naar achteren schuiven
(Figuur
10).
Instellen gewicht bestuurder: Draai de hendel rechtsom
om de vering strakker in te stellen en linksom om de vering
1
minder strak in te stellen
(Figuur
10).
CW
CCW
2
G018093
Figuur 10
1. Instelhendel
2. Handgreep
bestuurdersstoel
bestuurdersgewicht
14