Aarding
Alle apparaten ontworpen voor het systeem hebben aardverbindingen via
metalen noppen op de metalen behuizing. Zorg ervoor dat deze metalen noppen
een goede verbinding maken met de behuizing (pas op voor verf). De
aardverbindingen van elk apparaat in het systeem kunnen worden gebruikt voor
het aansluiten van de afscherming van afgeschermde kabels. Als een apparaat
in een plastic behuizing wordt geplaatst, hoeft de aardlip van het apparaat niet te
worden aangesloten.
In één gebouw zijn meerdere kasten of apparaten geaard met veiligheidsaarding.
De veiligheidsaarding voor het gebouw moet worden gecontroleerd door een
erkende aannemer.
Afscherming
De afscherming van alle in het systeem gebruikte afgeschermde kabels mag
slechts aan één zijde worden aangesloten op één gemeenschappelijk
aardingspunt in een gebouw. Als een afgeschermde LAN-kabel via meer dan
één plastic apparaat wordt geleid, moet de afscherming tegen inkomende en
uitgaande kabel worden aangesloten.
Afsluitingskoppelingen
Plaats een kabel over TERM op de centrale en het verste apparaat om een
correcte RS-485-afsluiting te garanderen en communicatieproblemen met
signaalreflectie, etc. te voorkomen.
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding
25