7. Voer het gebeurtenisbereik voor de geselecteerde categorie in.
Als u bijvoorbeeld Partities 1-4 wilt selecteren, dan stelt u het
gebeurtenisbereik in met Start=1 en Einde=4.
8. Selecteer de logica voor gebeurtenis 2 en herhaal dit voor de resterende
gebeurtenissen.
9. Als u een actieresultaat wilt programmeren, gaat u naar Resultaat.
10. Selecteer de categorie, het type en het start- en eindbereik.
11. Test de actie door aan de gebeurtenislogica te voldoen en de gewenste
reactie te controleren.
Volgende
•
Programmeer, indien nodig de module waarmee u de actie wilt bewaken .
•
Als u een uitgang wilt aansturen, gaat u naar die uitgang en programmeert
u die zodat die de actie volgt.
•
Als u een gebruiker of module toegang wilt geven tot de actie, programmeert
u actiegroepen en autorisaties.
Programmeerinstructies voor actiegroepen
Doel
Een lijst maken met acties waartoe een gebruiker of module toegang heeft.
Voorwaarden
De acties die u wilt gebruiken, moeten worden geprogrammeerd.
Opmerkingen
•
Raadpleeg de xGenConnect-naslaggids voor meer informatie over Acties.
•
Met actiegroepen kunt u een handig menu maken waarmee gebruikers
specifieke acties van een NXG-1820 kunnen activeren.
•
Met autorisaties regelt u tot welke acties een gebruiker of module toegang
heeft.
140
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding