Partitie
Partitiegroep
Perimeter
Pin
PIR
Profiel
Rapportering
Roosters
RTE (Uitloopverzoek
zone)
Sabotage
Scène
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding
Zones zijn onderverdeeld in partities die onafhankelijk van elkaar kunnen
worden beveiligd. Hierdoor kunt u uw beveiligingssysteem verdelen in
kleinere onderdelen die afzonderlijk kunnen worden beheerd. Het systeem
kan bijvoorbeeld worden verdeeld in een partitie voor de bovenverdieping
en een partitie voor de benedenverdieping.
Een partitiegroep bestaat uit een of meer partities waar een module of een
gebruiker toegang tot hebben. Ze worden via autorisaties aan een
gebruiker of module toegewezen.
Dit verwijst doorgaans naar zones die zich aan de rand van de beveiligde
partitie bevinden, zoals zones op deuren en ramen, maar niet naar
bewegingszones in een gebouw.
Een nummer van 4 -6 cijfers, toegewezen aan of geselecteerd door
een gebruiker. Een pin moet op een bedienpaneel worden ingevoerd
voor toegang tot de meeste opties van het beveiligingssysteem. In de
systeemconfiguratie, wordt de pin gekoppeld aan een gebruikersnummer
waarmee de pincodehouder bij het systeem wordt geïdentificeerd.
Passieve infrarooddetector Een beveiligingsapparaat dat wordt gebruikt
om indringers te detecteren in een bepaald deel van een partitie of locatie.
De gebruikte techniek is gebaseerd op infrarooddetectie.
Voor elke gebruiker kunnen maximaal vier (4) autorisatieprofielen worden
ingesteld. Elk profiel bevat een set autorisaties en een bijbehorend
rooster. Hierdoor is een geavanceerde programmering van gebruikers
mogelijk en krijgt u op opgegeven tijden/datums specifieke toegang tot
verschillende functies van het beveiligingssysteem. Met behulp van
geavanceerde programmering kunnen profielen worden ingeschakeld of
uitgeschakeld wanneer zich bepaalde systeemcondities voordoen.
Zie Alarmmeldingen.
Een rooster is een lijst met maximaal 16 sets met dagen en tijden. Deze
worden doorgaans gebruikt om gebruikers uitsluitend binnen de
opgegeven set met dagen en tijden toegang te geven. Buiten het rooster
heeft een gebruiker geen toegang tot het systeem. Roosters worden
gebruikt voor het automatisch inschakelen en uitschakelen van
opgegeven partities met behulp van de functie Inschakelen en
uitschakelen. Scènes kunnen een set met acties uitvoeren volgens een
opgegeven rooster. Roosters kunnen zelf worden ingeschakeld en
uitgeschakeld door middel van acties. Door deze krachtige functie kunt u
verschillende gebruikers en modules voorwaardelijke toegang geven op
basis van systeemcondities.
Een zone die is geprogrammeerd om een deur te openen met een knop of
bewegingsdetector. Wordt gebruikt om gebruikers de mogelijkheid te
geven om te vertrekken zonder de deurlezer te gebruiken. Uitloopverzoek
wordt vaak afgekort tot RTE (Request to exit). Ook wel uitgang genoemd.
Een situatie waarin er met een zone, bediendeel, centrale of uitbreiding, of
met de bijbehorende kabels is geknoeid of waarin deze per ongeluk
beschadigd zijn. De sabotagevoorziening van het beveiligingssysteem
activeert een signaal wanneer sabotage plaatsvindt. Sabotagealarmen
van zones worden zonesabotage genoemd.
Elke scène kan maximaal 16 acties activeren om een
automatiseringsgebeurtenis te maken. Dit bespaart gebruikers tijd omdat
meerdere acties automatisch worden uitgevoerd. Een scène kan
handmatig, via een rooster of via een systeemgebeurtenis worden
geactiveerd.
161