Op het bediendeel wordt het bericht "Leermodus actief/sensor activeren"
weergegeven.
Activeer de draadloze sensor. Raadpleeg de betreffende sensorhandleiding voor
meer informatie.
Wanneer een sensor wordt geactiveerd om in te leren, wordt op het bediendeel
'Nieuw apparaat gevonden/nummer: X, SID: Y" weergegeven. De sensor Y is nu
aangemeld als zendernummer X.
In de inleermodus voor enkele sensor verdwijnt de informatie na 10 seconden en
keert u terug naar het menu Interlogix-zenders.
In de inleermodus voor meerdere sensoren kan een andere sensor worden
geactiveerd en ingeleerd in de positie X+1.
De inleermodus voor meerdere sensoren stopt wanneer het zenderadres de
limiet bereikt voor het specifieke model van de centrale of wanneer de knop
Annuleren wordt ingedrukt.
Opmerking:
Zorg ervoor dat het specifieke apparaat is geregistreerd in het juiste
zendernummerbereik, bijvoorbeeld in de NXG-8-centralevariant, sensoren
moeten worden geregistreerd binnen het bereik van 1 tot 48 en keyfobs moeten
worden geregistreerd binnen het bereik van 49 tot 64. Als u probeert een
apparaat in het verkeerde zenderbereik in te schrijven, wordt de fout "Ongeldig
apparaattype" weergegeven.
Draadloze sensor verwijderen
Om één sensor uit het systeem te verwijderen, gaat u naar het menu
Programma/Apparaten/Interlogix-zenders en selecteert u de sensor die u wilt
verwijderen. Voer de waarde "0" in het serienummerveld van de zender in en
druk op Enter.
De sensor is nu definitief uit het systeem verwijderd.
Standaardinstellingen herstellen
Standaardinstellingen van de centrale of randapparatuur kunnen worden hersteld
door op de knop D te drukken in de relevante systeemapparaatmenu's van het
menu Programma:
•
De standaardinstellingen van de centrale kunnen worden hersteld door op de
knop D op de menulocatie te drukken:
/Apparaten/Systeemapparaten/Besturing/Apparaatnummer 1
Dit komt overeen met de bewerking Standaard ALLE die wordt uitgevoerd op
het NXG-1820-EUR-bediendeel.
•
De standaardinstellingen van een randapparaat kunnen worden hersteld door
op de D-knop op de menulocatie te drukken:
/Apparaten/Systeemapparaten/TYPE/Apparaatnummer X
waarbij TYPE het volgende kan zijn: Bediendeel, Zone-uitbreiding, Uitgang
uitbreiding, Voeding, en X is het apparaatnummer.
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding
153