3. Selecteer het rooster dat bepaalt wanneer deze scène actief is.
4. Programmeer nu de sequentie van acties die u wilt laten uitvoeren.
Voorbeeld
Als Vertrektijd 1 start in de partitie Kantoor, activeer Camera 1 om met opnemen
te beginnen.
Programmeerinstructies voor uitgangen
Doel
Een uitgang activeren/deactiveren volgens een actie.
Gebeurtenis
an
Gebeurtenis
1
of
Voorwaarden
Programmeer de actie en eventueel bijbehorende onderdelen.
Opmerkingen
•
Raadpleeg de xGenConnect-naslaggids voor meer informatie over Acties.
•
Schrijf/plan op papier wat u wilt maken. Hierdoor kunt u gemakkelijker acties
en bijbehorende instellingen configureren.
•
U kunt acties gebruiken zonder een actieresultaat te hoeven programmeren.
Uitgangen van xGenConnect worden bijvoorbeeld geregeld door bewaking
van een actiestatus. Er hoeft geen actieresultaat te worden geprogrammeerd.
Programmeervolgorde
8. Acties
→
Instructies
1. Selecteer de module die over de fysieke uitgangen beschikt die u wilt regelen.
2. Selecteer Uitgangen.
3. Selecteer de Actie.
4. Selecteer het Rooster.
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding
an
Gebeurtenis
2
of
7. Tijdsroosters
→
14. Vakantiedagen
=
Actie
3
Status
10. Modules
Uitgangen
zone-uitbreidingen,
bediendelen, zenders
10. Modules
11. Autorisatie
7. Tijdsroosters
+
Actie
Resultaat
143