Inhoudsopgave
Advertenties
Pulsteller
Een pulsaanval meet trillingen naar de sensor. Het registreert het aantal trillingen
(1 tot 32, 0 = uitgeschakeld) over een periode van 30 seconden met intervallen
van 1 seconde. Er wordt een alarm gegenereerd wanneer de trillingen binnen
een periode van 30 seconden meer zijn dan het opgegeven aantal. De periode
van 30 seconden is een voortschrijdend tijdvenster. Als Pulsteller bijvoorbeeld is
ingesteld op 6 en de zesde trilling optreedt, gaat de timer 30 seconden terug en
telt hoeveel trillingen er gedurende deze tijd zijn opgetreden. Als alle 6 trillingen
zijn opgetreden tijdens het venster van 30 seconden, wordt een alarm
gegenereerd. Schokpulstelling detecteert kleine repetitieve aanvallen, zoals het
snijden met een glassnijder op het raam.
Grove aanval- en Pulstellergebeurtenissen worden gelogd in het paneel
gebeurtenislogboek. Het grove-schokalarm bevat de piekwaarde die het alarm
heeft veroorzaakt. Dit maakt het mogelijk om de Grove aanvaltellerwaarde aan te
passen voor het geval deze op gevoelig is ingesteld.
Bedrade schoksensoren worden ondersteund met xGenConnect-panelen
firmwareversie 11.xx en hoger, en NXG-2xxN firmwareversie 0.11 of hoger. Merk
op dat alleen de eerste 8 ingangen van de NXG-216N zone-uitbreiding bedrade
schoksensoren ondersteunen. De laatste 8 ingangen kunnen worden gebruikt als
normale inbraakzones ; er is echter geen schokanalyse beschikbaar op deze
ingangen.
Voedingsvereisten
De xGenConnect inbraakbeveiligingscentralefamilie is ontworpen om te worden
gebruikt met een 16 VAC 1,5 A (NXG-4, NXG-8, NXG-8E), 20 VAC 1,5 A (NXG-
9), 35 of 40 VA transformator die wordt meegeleverd met xGenConnect-
centralekits. Deze transformator bevat een snel vervangbare zekering van
500 mA 250 VAC op het klemmenblok. Als er meer stroom nodig is, voegt
u NXG-320 Smart Bus-voedingen toe.
Kabelvereisten
De RS-485-communicatiebus van het systeem wordt gebruikt om
bedieningspanelen en in- en uitgangsuitbreidingen aan te sluiten op de
xGenConnect inbraakbeveiligingscentrale.
•
Raadpleeg "xGenConnect-specificaties > xGenConnect-bus" op pagina 5
voor kabelspecificaties.
De kabel moet de volgende eigenschappen hebben:
>= 13 draaiingen per meter of >= 4 draaiingen per voet,
<= 52 pF per meter of <= 16 pF per voet,
en karakteristieke impedantie 100 tot 120 Ω.
•
800 m totale kabelloop op systeem.
•
Max. 800 m van extern apparaat naar xGenConnect-bedieningspaneel.
•
Max. 32 apparaten plus centrale.
•
Max. 16 bediendelen, als onderdeel van de limiet van 32 apparaten.
24
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
