Woordenlijst
Aankomsttijd
Aanwezig-modus
Actie
Actiegroep
Alarm
Alarmcontrole
Alarmmeldingen
Automatisch
in/uitschakelen
Autorisatie
Bediendeel
Bewaakt
Blokkeren
Brandalarm
xGenConnect Installatie- en programmeerhandleiding
De tijd die wordt gegeven om het beveiligingssysteem uit te schakelen,
nadat het eerste detectieapparaat geactiveerd is.
Om uw beveiligingssysteem aan te zetten wanneer u zich in het pand
bevindt. In deze modus zullen alle vooraf geprogrammeerde zones
automatisch geblokkeerd worden en andere ingeschakeld. Wordt vaak
gebruikt om alleen de omtrek in te schakelen en beweging binnen de
grenzen toe te staan.
Met behulp van een actie kan het systeem automatiseringsfuncties
uitvoeren. Met deze functies kan de status van maximaal 4
ingangscondities worden bewaakt (actiegebeurtenissen), de status
worden gewijzigd (actiestatus) en een functie worden uitgevoerd
(actieresultaat) zoals het inschakelen van een reeks partities.
Een actiegroep bestaat uit één of meer acties waar een module of een
gebruiker toegang tot hebben. Ze worden via autorisaties aan een
gebruiker of module toegewezen.
De toestand van een beveiligingssysteem wanneer een apparaat
aangesloten op een zone wordt geactiveerd en de toestand van de partitie
zodanig is dat activering moet worden gesignaleerd. Bijvoorbeeld, een
deur of raam wordt geopend, waardoor een sirene begint te weerklinken.
De controle over alarmfuncties.
Een procedure om alarmgebeurtenissen of andere gebeurtenissen naar
doormeldnummer te verzenden door middel van een communicator en
een reeks regels die een protocol worden genoemd. Alarmrapportage kan
ook worden geleverd door middel van pushmeldingen naar de
smartphone van een eindgebruiker
Hiermee kan een specifieke gebruiker partities automatisch inschakelen
en uitschakelen volgens een opgegeven rooster. De ingeschakelde en
uitgeschakelde partities zijn die partities waartoe de gebruiker toegang
heeft via hun autorisaties.
Een autorisatie bevat een lijst met functies waar een gebruiker of module
toegang tot heeft. Dit is inclusief programmeermenu's, partities,
rapporteringskanalen, acties, rapporteringsopties, toegangscontrole-
opties, speciale opties en speciale timers.
Een apparaat dat de gebruikersinterface is voor beveiligingsopties voor
partities of voor toegangspunten (deuren). Het bediendeel kan
een console zijn ( bediendeel dat wordt gebruikt om de centrale te
programmeren, gebruikersopties uit te voeren, alarmen te bekijken, enz.)
of een ander apparaat dat kan worden gebruikt om een beveiligingsfunctie
uit te voeren, zoals in- of uitschakelen partities, deuren openen, enz.
Een beveiligingssysteem dat is geprogrammeerd om alle alarmsignalen
naar een centraal bewakingscentrum te verzenden.
Zones kunnen tijdelijk worden uitgeschakeld zodat ze niet door het
beveiligingssysteem worden bewaakt. Als bijvoorbeeld een binnendeur
open blijft staan, kunt u deze blokkeren zodat de deur tijdelijk wordt
genegeerd en het beveiligingssysteem kan worden ingeschakeld.
Geblokkeerde zones kunnen geen alarm activeren. Zones keren terug
naar de normale werking zodra het systeem is uitgeschakeld. Hiermee
voorkomt u dat een zone per ongeluk definitief wordt uitgeschakeld.
Een alarm geactiveerd door brand- of rookmelders die een brand
aangeven.
157