Aanwijzingen voor het inbouwen
Bij inbouw van meerdere
SmartLine-elementen
De voegen tussen de afzonderlijke
SmartLine-elementen moeten met een
temperatuurbestendige (min. 160 °C) si-
liconenkit worden gevuld. Bij inbouw
zonder rand moet ook de voeg tussen
het/de SmartLine-element(en) en het
werkblad met een temperatuurbesten-
dige (min. 160 °C) siliconenkit worden
gevuld.
De elementen moeten na de inbouw
van onderaf goed toegankelijk zijn, zo-
dat de onderkant van de apparaten
voor onderhoudsdoeleinden kan wor-
den verwijderd. Als de apparaten niet
van onderaf toegankelijk zijn, moet de
voegenkit bij onderhoudswerkzaamhe-
den worden verwijderd om de appara-
ten te kunnen verwijderen.
Combinatie met werkbladaf-
zuiging
Als het SmartLine-element in combina-
tie met werkbladafzuiging wordt inge-
bouwd, moet eerst de werkbladafzui-
ging worden ingebouwd.
56