Nuttige tips
De meeste storingen en problemen, die bij het dagelijkse gebruik kunnen optre-
den, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten,
omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Probleem
Het apparaat kan niet
ingeschakeld worden.
Bij de nieuwe kookplaat
komen geurtjes en
damp vrij.
De ingestelde vermo-
gensstand knippert.
44
Oorzaak en oplossing
Het apparaat heeft geen stroom.
Controleer of de zekering van de elektrische instal-
latie doorgeslagen is. Neem contact op met een
elektricien of met Miele (minimale sterkte van de
zekering zie typeplaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Maak het apparaat ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
– schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla-
tie uit of draai de betreffende zekering(en) eruit of
– schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het apparaat
dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact
op met een elektricien of met Miele.
De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van
een speciaal beschermlaagje. Als u de kookplaat voor
het eerst in gebruik neemt, kunnen geurtjes en
dampen ontstaan. Ook het materiaal van de inductie-
spoelen geeft tijdens de eerste gebruiksuren een geur
af. Bij elk volgend gebruik neemt de geurvorming af,
totdat u niets meer waarneemt. De geur en de even-
tueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde
aansluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk
voor de gezondheid.
Op de kookzone staat geen pan of een ongeschikte
pan.
Gebruik geschikte pannen (zie hoofdstuk: "Induc-
tie", paragraaf: "De juiste pannen").