Nr.: 9_9450 12 NL
10
Fouten herkennen en oplossen
10.3
Informatie over waarschuwingsmeldingen
Melding
0929 W
AIR%d.0%d - Sensorfout
0930 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0933 W
AIR%d.0%d - Kortsluiting
0934 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0935 W
AIR%d.0%d - Sensorfout
0936 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0939 W
AIR%d.0%d - Kortsluiting
0940 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0941 W
AIR%d.0%d - Sensorfout
0942 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0945 W
AIR%d.0%d - Kortsluiting
0946 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0947 W
AIR%d.0%d - Sensorfout
0948 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0951 W
AIR%d.0%d - Kortsluiting
0952 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
0953 W
AIR%d.0%d - Sensorfout
0954 W
AIR%d.0%d - Draadbreuk
1000 W
RFID error: switch SIGMA
CONTROL power supply OFF
→ ON!
1034 W
AII%d.0%d - Fout
Spanningsverzorgingg
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
Mogelijke oorzaak
Sensorfout bij weergegeven analoge
ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Kortsluiting in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Sensorfout bij weergegeven analoge
ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Kortsluiting in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Sensorfout bij weergegeven analoge
ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Kortsluiting in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Sensorfout bij weergegeven analoge
ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Kortsluiting in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Sensorfout bij weergegeven analoge
ingang.
Draadbreuk in de leiding voor de weer‐
gegeven analoge ingang.
Systeemfout
Spanningstoevoer voor ext. sensor
aan de analoge ingang gestoord.
Maatregel(en)
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Leiding en sensoraanslui‐
ting controleren.
Raadpleeg een erkende
servicepartner, als de mel‐
ding terugkomt na het her‐
starten.
Spanningstoevoer contro‐
leren.
215