8.5.2.3
Tab. 60
Voorwaarde
8.5.3
Voorwaarde
92
8
Inbedrijfstelling
8.5
Drukparameters van de machine
Parameters "Netdruk laag" instellen
Daalt de netdruk tot de waarde
melding voor te lage netdruk aan.
Het schakelverschil beïnvloedt vanaf welke druk de waarschuwingsmelding verdwijnt of de optio‐
neel geactiveerde uitgang weer schakelt:
Melding
5.0 bar Melding komt
5.5 bar Melding verdwijnt
Voorbeeld: geactiveerde uitgang
Toegangsniveau 2 is geactiveerd
1. Roep het menu 5.2.2
2. Selecteer met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de regel
6 . 1 b a r
0 8 : 1 5
5.2.2 Drukwaarden
Netdruk laag
↓
<
5.0bar ¦ SD:
ta:
DOR1.03
------------------------------
Inschakeldruk min :
3. Druk op de toets «Enter».
De instelmodus is actief.
4. Stel met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de waarde voor
5. Druk op de toets «Enter».
De instelling wordt overgenomen.
6. Pas indien nodig de waarden voor het schakelverschil:
7. Druk meermaals op «Escape» om het menu te verlaten.
Toets «VOLLAST/NULLAST» activeren/deactiveren
Om onbevoegde gebruikers te beletten de machine in NULLAST (niet bij SXC) te schakelen, kan
de toets «VOLLAST/NULLAST» op het bedieningspaneel door SIGMA CONTROL 2 worden ge‐
deactiveerd.
Toegangsniveau 2 is geactiveerd
1. Roep het menu 5.2.3
2. Selecteer met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de regel
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
Netdruk laag , dan geeft SIGMA CONTROL 2 een waarschuwings‐
<Configuratie – Druk sturing – Drukwaarden> op.
Kopregel
8 0 ° C
Menu
☐
actuele netdrukwaarde laag
0.50bar
600s
☐¦Logica:
+
5.0bar
<Configuratie – Druk sturing – Laststuring> op.
Uitgang
actief
niet actief
↓< .
Netdruk laag in.
SD op dezelfde wijze aan.
Toets nullast .
Nr.: 9_9450 12 NL