Resultaat
8.7
8.7.1
Voorwaarde
104
8
Inbedrijfstelling
8.7
Regeltypen
Functie autostart deactiveren/activeren
1. Selecteer met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de regel
6 . 1 b a r
0 8 : 1 5
5.4 Compressorstart
▶1 Compressor aan
▶2 Compressor uit
·········
Autostart:
Doel
12s ¦
·········
2. Druk op de toets «Enter».
Autostart: knippert.
De checkbox
3. Druk op de toets «Omhoog».
Autostart: is gedeactiveerd.
De checkbox
4. Druk op de toets «Enter».
Autostart: op dezelfde wijze activeren.
U kunt de functie
De instelling wordt overgenomen.
5. Druk meermaals op «Escape» om het menu te verlaten.
De autostart na stroomuitval is gedeactiveerd.
Regeltypen
Bij compressoren van het type SXC kan het regeltype niet worden ingesteld omdat het be‐
drijfspunt NULLAST ontbreekt. Alle menu's die daarmee verband houden, zijn dan niet be‐
schikbaar.
De sturing beschikt over verschillende regelingen, die afhankelijk van de toepassing van de machi‐
ne een verschillende belasting kunnen bewerkstelligen. Een uitvoerige beschrijving van de regelin‐
gen vindt u in hoofdstuk 5.8.
Regeltype instellen
Volgende regelingen zijn mogelijk:
■
DUAL
■
QUADRO
■
VARIO
■
DYNAMIC
■
Continue
■
De standaardinstelling van het regeltype is afhankelijk van het type machine.
■
Een machineafhankelijke ontlastingsfase tussen de bedrijfspunten VOLLAST en STAND-
BY waarborgt een materiaalsparende lastwissel.
Toegangsniveau 2 is geactiveerd
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
Kopregel
8 0 ° C
Menu
Actieve regel
Autostart gedeactiveerd
☐
ingestelde/aflopende vertragingstijd
Actueel
0s
Autostart: .
Nr.: 9_9450 12 NL