8.5.2
8.5.2.1
Tab. 56
Tab. 57
Tab. 58
Voorwaarde
90
8
Inbedrijfstelling
8.5
Drukparameters van de machine
Verdere parameters weergeven
1. Selecteer met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de regel
6 . 1 b a r
0 8 : 1 5
5.2.2 Drukwaarden
Netdruk laag
↓
<
5.0bar ¦ SD:
ta:
DOR1.03
------------------------------
Inschakeldruk min :
2. Met de toets «Omhoog» of «Omlaag» kunnen meer parameters worden geselecteerd.
Drukparameters instellen
Vereiste netdruk instellen: pA en pB
De drukparameters kunnen alleen binnen bepaalde grenzen worden ingesteld:
Nominale machinedruk ≥ SP: pA /pB ≥ minimale inschakeldruk* + schakelverschil
Instelgrenzen voor de ingestelde netdruk (* Inschakeldruk min)
Onder de volgende voorwaarde schakelt de machine over op VOLLAST:
Netdruk ≤ SP: pA /pB + schakelverschil
Drukvoorwaarde voor VOLLAST
Onder de volgende voorwaarde schakelt de machine over op NULLAST
Netdruk = vereiste netdruk
Drukvoorwaarde voor NULLAST
bij machines met frequentieomvormer (SFC) geldt: Netdruk = vereiste netdruk + ΔpFC
2)
niet bij SXC
12)
Toegangsniveau 2 is geactiveerd
1. Roep het menu 5.2.2
2. Selecteer met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de regel
6 . 1 b a r
0 8 : 1 5
5.2.2 Drukwaarden
Ver. netdruk
pA SP:
8.0bar ¦ SD:
pB SP:
7.5bar ¦ SD:
·········
Netdruk laag
↓
<
5.0bar ¦ SD:
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
Kopregel
8 0 ° C
Menu
☐
0.50bar
600s
☐¦Logica:
+
Actieve regel
5.0bar
2)
12)
<Configuratie – Druk sturing – Drukwaarden> op.
Kopregel
8 0 ° C
Menu
Actieve regel
−0.5bar
−0.4bar
☐
0.50bar
Inschakeldruk min .
12)
:
pASP .
Nr.: 9_9450 12 NL