Inhoudsopgave
Advertenties
8.12.1.2
Resultaat
154
8
Inbedrijfstelling
8.12
In- en uitgangssignalen instellen
1. Roep het menu 5.7.1
Een menu met de lijst van de beschikbare meldingen en de toegewezen uitgangen wordt
weergegeven.
6 . 1 b a r
0 8 : 1 5
5.7.1 DO-functies
Sturing aan
DOR1.05
DOT1.02
Compressor aan
DOR1.03
DOT1.02
Melding aan een uitgang toewijzen
1. Selecteer met de toets «Omhoog» of «Omlaag» de gewenste melding.
2. Druk één keer op de toets «Omlaag».
Uitgang DOR is geselecteerd
3. Druk twee keer op de toets «Omlaag».
Uitgang DOT is geselecteerd
4. Druk op de toets «Enter».
De indicator van de uitgang van de geselecteerde melding knippert.
6 . 1 b a r
0 8 : 1 5
5.7.1 DO-functies
Sturing aan
DOR1.05
ok
DOT1.02
Compressor aan
DOR1.03
DOT1.02
5. Stel met de toets «Omhoog» of «Omlaag» een vrije uitgang in.
6. Druk op de toets «Enter».
De instelling wordt overgenomen.
7. Druk op de toets «Rechts».
8. Druk op de toets «Enter».
De checkbox knippert.
9. Druk op de toets «Omhoog».
De aan de uitgang toegewezen checkbox is geactiveerd.
10. Druk op de toets «Enter».
Is de melding correct aan de uitgang toegewezen en geactiveerd, dan verschijnt in het display
de weergave
ok .
11. Stel indien nodig de optie
De melding over de bedrijfstoestand wordt via de toegewezen digitale uitgang uitgegeven.
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
<Configuratie – I/O-Periferie – DO-functies> op.
Kopregel
8 0 ° C
Menu
Actieve regel
☐ ¦ Logica :
+
☐ ¦ Logica :
+
☐ ¦ Logica :
+
☐ ¦ Logica :
+
Kopregel
8 0 ° C
Menu
Actieve regel
actieve regel met toegewezen uitgang
☐ ¦ Logica :
+
☐ ¦ Logica :
+
☐ ¦ Logica :
+
☐ ¦ Logica :
+
Logica in.
Nr.: 9_9450 12 NL
Advertenties
Inhoudsopgave
