10 Fouten herkennen en oplossen
10.1
10.2
196
10
Fouten herkennen en oplossen
10.1
Fundamentele instructies
Fundamentele instructies
Met de volgende tabellen kunt u de oorzaak van fouten vaststellen.
Er zijn 3 soorten fouten die SIGMA CONTROL 2 weergeeft:
■
Storing aan de machine:
De rode LED knippert, de machine wordt uitgeschakeld, zie hoofdstuk 10.2 en 10.5.
■
Storing aan de sturing:
De machine wordt uitgeschakeld, zie hoofdstuk 10.6.
■
Waarschuwing:
De gele LED brandt, de machine wordt niet uitgeschakeld, zie hoofdstuk 10.3.
Welke meldingen op uw machine van toepassing zijn, wordt bepaald door de sturing en de indivi‐
duele uitrusting van uw machine.
1. Tref alleen maatregelen die in de bedrijfshandleiding van de machine zijn beschreven!
2. In alle overige gevallen:
Laat storingen verhelpen door een erkende servicepartner.
Informatie over storingsmeldingen
Als een ingangssignaal als storing wordt geïdentificeerd, toont de sturing bij inkomend sig‐
naal de storing.
Gevolgen:
Rode led knippert.
■
■
De sturing schakelt de machine uit.
Storingsmeldingen worden met de letter A aangeduid.
De meldingsnummers worden niet doorlopend genummerd.
In deze tabel staat "%d" voor een variabele waarde, bijv. een nummer, tijdsduur of een I/O-
adres.
De meldingen 0073-0078 en 0081-0098 zijn klantspecifiek.
1)
Voer voor de door u gedefinieerde meldingsteksten de mogelijke oorzaken en maatregelen in (zie
hoofdstuk 8.12).
Melding
0001 A
Draairichting
0002 A
Motortemperatuur ⇞
0003 A
pRV ⇞
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
Mogelijke oorzaak
De compressormotor draait in
de verkeerde richting.
Compressormotor te heet.
De afblaasdruk van het veilig‐
heidsventiel op de olieafschei‐
derketel is overschreden.
Maatregel(en)
Toevoerleidingen L1 en L2
verwisselen.
Houd rekening met de omge‐
vingsfactoren.
Koelluchttoevoer controleren.
Motor reinigen.
Veiligheidsventiel vervangen.
Nr.: 9_9450 12 NL