198
10
Fouten herkennen en oplossen
10.2
Informatie over storingsmeldingen
Melding
0019 A
Interne druk pi in nullast ⇟
0021 A
Koeldroger T ⇟
0022 A
Olieafscheider Δp ⇞
0032 A
Olie druk⇞
0033 A
Olie druk⇟
0034 A
Hoofdstroom relais aan?
0035 A
Schakelkast ventilator I ⇞
0038 A
PLU temperatuur ⇟
0039 A
PLU temperatuur ⇞
0040 A
Hoofdstroom relais uit?
0041 A
Netspanning ⇟
0042 A
Tegendruk stop
0043 A
Blokuittredetemperatuur BUT
stijging dT/dt ⇞
0044 A
Geen Drukopbouw
Bedieningshandleiding
Sturing
SIGMA CONTROL 2 SCREW FLUID ≥5.0.X
Mogelijke oorzaak
Inlaatventiel defect.
Koeldroger:
Persluchttemperatuur te laag.
Olieafscheiderpatroon vervuild.
Koelolietemperatuur te laag,
waardoor de koelolie te strope‐
rig stroomt.
Afzettingen in de koelolieleidin‐
gen
Koeloliepeil te laag.
Oliepomp (alleen aanwezig op
vacuüm-machine) defect.
De hoofdzekering van de com‐
pressormotor schakelt niet in.
Uitschakeling van de schakel‐
kastventilator wegens overbe‐
lasting.
De persluchtuitgangstempera‐
tuur is te laag.
De persluchtuitgangstempera‐
tuur is te hoog.
De hoofdzekering van de com‐
pressormotor schakelt niet uit.
Tweede spanningsval.
Tegendruk in de olieafscheider‐
ketel wegens defecte ontluch‐
ting.
De stijgsnelheid van de blokuit‐
gangstemperatuur (BUT) werd
overschreden.
Machine produceert geen pers‐
lucht.
De werkdruk blijft binnen de
vooropgestelde tijd onder 3,5
bar.
Machine gaat niet naar
VOLLAST
Minimumdruk-terugslagventiel
defect.
Maatregel(en)
Raadpleeg een erkende servi‐
cepartner.
Raadpleeg een erkende servi‐
cepartner.
Vervang het olieafscheiderpa‐
troon.
Houd rekening met de omge‐
vingsfactoren.
Raadpleeg een erkende servi‐
cepartner.
Controleer het koeloliepeil.
Laat de oliepomp indien nodig
door een erkende servicepart‐
ner vervangen.
Hoofdcontactor en bekabeling
controleren.
Raadpleeg een erkende servi‐
cepartner.
Raadpleeg een erkende servi‐
cepartner.
Controleer het koeloliepeil.
Reinig de koeler.
Ventilatormotor controleren.
Hoofdcontactor en bekabeling
controleren.
Voedingsspanning controle‐
ren.
Deur-eindschakelaar controle‐
ren.
Ontluchtingsleiding controle‐
ren.
Controleer het koeloliepeil.
Controleer de machine op lek‐
ken.
Controleer de koppeling/
aandrijfriem.
Raadpleeg een erkende servi‐
cepartner.
Nr.: 9_9450 12 NL