Inhoudsopgave
Advertenties
7.3
Aandrijfelektronica vervangen
40 ml
Fig. 18: Bedrijfsvloeistof bijvullen bij HiPace 2300 standaard- en C-uitvoeringen in de van toe-
passing zijnde richting van plaatsing
De vacuümpomp uitschakelen, op atmosferische druk beluchten en laten afkoelen.
Steeds de hoogst gelegen vulschroef uit de bedrijfsvloeistofpomp losschroeven.
Bedrijfsvloeistof (max. 50 ml) met behulp van de injectiespuit in de vloeistofpomp spui-
ten.
Vulschroef weer afsluiten.
40 ml
Fig. 19: Bedrijfsvloeistof bijvullen bij HiPace 2300 U- en UC-uitvoeringen in de van toepassing
zijnde richting van plaatsing
De vacuümpomp uitschakelen, op atmosferische druk beluchten en laten afkoelen.
Steeds de hoogst gelegen vulschroef uit de bedrijfsvloeistofpomp losschroeven.
Bedrijfsvloeistof (max. 50 ml) met behulp van de injectiespuit in de vloeistofpomp spui-
ten.
Vulschroef weer afsluiten.
Let op de inbouwposities bij het vervangen van aandrijfelektronica!
De vervanging van de aandrijfelektronica kan plaatsvinden bij de ingebouwde pomp. Bij
het demonteren van de pomp uit de installatie letten op:
voor de demontage uit de installatie moet de bedrijfsvloeistof uit de pomp worden af-
getapt.
Let op de kenmerkafkorting achter de modelaanduiding op het typeplaatje!
De pictogrammen op het pomphuis in acht nemen!
Aandrijfelektronica op de horizontaal gemonteerde pomp met de voorvacuümaan-
sluiting omlaag (± 25°) vervangen.
Onderhoud / Vervanging
50 ml
50 ml
LET OP
50 ml
50 ml
35
Advertenties
Inhoudsopgave
