5.5.2
HiPace 2300 U- en UC-uitvoeringen
40 ml
Fig. 9:
Bedrijfsvloeistof bijvullen bij HiPace 2300 U- en UC-uitvoeringen in de van toepassing
zijnde richting van plaatsing
De vacuümpomp uitschakelen, op atmosferische druk beluchten en laten afkoelen.
Steeds de hoogst gelegen vulschroef uit de bedrijfsvloeistofpomp losschroeven.
Bedrijfsvloeistof (max. 50 ml) met behulp van de injectiespuit in de vloeistofpomp spui-
ten.
Vulschroef weer afsluiten.
50 ml
Installatie
50 ml
21