Installatie
5.7.4
Stekker afstandsbediening
5.8
Aansluiting van accessoires
1
2
1
2
Y-Connector
for Accessories
5.8.1
Spergasaansluiting
24
Bij de levering is een contrastekker voor de 26-polige aansluiting met de benaming
"remote" aan de TC 1200 bijgesloten. In de contrastekker worden de volgende aanslui-
tingen met de voedingsspanning (Pin 1) overbrugd en hierdoor kan de turbopomp zon-
der aanvullend bedieningssysteem of afstandsbediening in bedrijf worden gesteld:
● Pin 2, inschakeling beluchten "ja"
● Pin 3, Motor pomp "aan"
● Pin 4, Pompinstallatie "aan"
● Pin 14, Afstandsbediening voorrang
Contrastekker op de aansluiting "remote" in de TC 1200 steken en vastzetten.
Automatische start
Na het overbruggen van de contactpen 1, 3, 4, 14 bij de aansluiting "remote" of gebruik
van de meegeleverde contrastekker en het aanleggen van de voedingsspanning start
de turbopomp onmiddellijk.
De netvoeding van de turbopomp pas vlak voor de inbedrijfstelling inschakelen.
Op de aandrijfelektronica TC 1200 kunnen maximaal 4 hulpapparaten worden aange-
sloten. Daarvoor zijn M12-stopcontacten met de benaming "accessoire" beschikbaar. De
aansluitingen voor de accessoires zijn in de fabriek voorgeconfigureerd. Wanneer de
hieronder vermelde apparaten worden aangesloten op de voorgeconfigureerde aanslui-
ting, dan zijn zij overeenkomstig de fabrieksinstellingen onmiddellijk bedrijfsklaar. De
aansluiting van andere hulpapparatuur is mogelijk en vereist instellingen op de aandrijf-
elektronica.
Voor het aansluiten van twee apparaten op één accessoire-aansluiting moet het bij-
behorende Y-aansluitblok (Y-connector) uit het accessoireprogramma van Pfeiffer
Vacuum worden gebruikt.
Aansluiting van de adapter op de rode aansluiting op de TC 1200.
Instellingen zijn mogelijk via de interface van de TC 1200.
Aansluiting van acces-
soires
accessoire A1
accessoire A2
accessoire B1
accessoire B2
Tafel 1: Overzicht over in de fabriek vooraf ingestelde aansluitingen voor accessoires op de TC
1200
Ter bescherming van de turbopomp, bijv. bij stoffige processen of een hoger gasdebiet,
moet de pomp met spergas draaien. De toevoer vindt plaats via een spergasventiel of
naar keuze via een spergassmoorklep zonder aansturing. De aansturing van het regel-
ventiel voor de spergasaansluiting is voorgeconfigureerd in de aandrijfelektronica. Het
spergasventiel is reeds meegeleverd.
De toelaatbare aansluitdruk bedraagt max. 1500 hPa absoluut.
● Wanneer de pomp in bedrijf is met meer dan 50 % van het maximale gasdebiet dan
moet spergas worden gebruikt voor het koelen van de rotor.
● Het debiet van het spergas bedraagt 17.5-20 sccm voor de HiPace 2300.
VOORZICHTIG
Aansluiting met Y-connector
Acc. A op Y-1
Acc. A op Y-2
Acc. B op Y-1
Acc. B op Y-2
vooraf ingesteld hulpapparaat
Spergasventiel
Voorpomp
Beluchtingsventiel
Verwarming