7
Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven gericht.
Plaats het papier niet verder dan het ▽-teken op de papiergeleider.
Op het scherm wordt mogelijk "Wilt u de lade-instellingen wijzigen?" weergegeven. Dit bericht verdwijnt
automatisch na 10 seconden. Als u het papier hebt gewijzigd, drukt u op «OK» en wijzigt u de instellingen aan de
hand van het papierformaat, de papiersoort en het papiergewicht.
8
Beweeg de papierinvoerkap naar beneden.
Het papier kan niet worden ingevoerd zonder de papierinvoerkap te laten zakken.
Als u altijd afdrukt op papier van hetzelfde formaat en type vanuit de MP-lade, registreer dan het
geplaatste papier in dit apparaat.
Ga verder naar "
Papierinformatie op het bedieningspaneel instellen
Papierinformatie op het bedieningspaneel instellen
Stel het formaat, de soort en het gewicht van het papier in voor elke lade.
Als men enveloppen plaatst, zie "
Als men etiketten plaatst, zie "
Als men lang papier plaatst, zie "
Als men onregelmatig papier plaatst, zie "
(P.160)".
afdrukken
Als dit apparaat in de energiespaarstand staat, druk dan op «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om die uit
te schakelen.
Voor details over het snelmenu, zie
Voor lade 1/de MP-lade
1
Controleer of "Ready To Print (Klaar voor afdruk)" op het display verschijnt.
Op enveloppen afdrukken
(P.156)".
Op etiketten afdrukken
Op lang papier afdrukken
Op papier met een ongebruikelijk formaat (aangepast formaat)
"Instelling met het snelmenu
- 85 -
(P.85)".
(P.154)".
(P.158)".
(Fn-toets)(P.99)".
Basisbewerkingen