1
Open het af te drukken bestand.
2
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (Bestand)]-menu.
3
Klik op [Preferences (Voorkeuren)].
4
Selecteer het tabblad [Job Options (Taakopties)].
5
Klik op [Advanced (Geavanceerd)].
6
Selecteer [Edit Margins (Marges bewerken)] in [Item (Object)], stel deze functie in op [On (Aan)]
onder [Settings (Instellingen)] en klik op [Options (Opties)].
7
Voer de margewaarden in voor [Top (Boven)], [Bottom (Onderkant)], [Left (Links)] en [Right
(Rechts)] en klik op [OK].
8
Klik op [OK].
9
Geef indien nodig overige instellingen op en klik op [OK].
10
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
De afdrukpositie van de lade corrigeren
U kunt de beginpositie voor afdrukken op papier voor elke lade verticaal en horizontaal corrigeren. Stel het
correctievolume in stappen van 0,25 mm in op het bedieningspaneel.
[X Adjust (X aanpassen)] en [Y Adjust (Y aanpassen)] corrigeren het enkelzijdig afdrukken en de achterkant
(de afdrukzijde ingevoerd vanuit de lade) voor dubbelzijdig afdrukken.
[Duplex X Adjust (Duplex X aanpassen)] en [Duplex Y Adjust (Duplex Y aanpassen)] corrigeren de voorzijde
(de afdrukzijde ingevoerd vanaf de dubbelzijdige eenheid) bij dubbelzijdig afdrukken.
De dikke pijlen in de afbeelding geven de richting van de papierinvoer aan.
X geeft de verticale richting van het papier aan en Y de horizontale richting van het papier.
Corrigeer met [+] om de lege ruimte in de X-richting te vergroten en [+] om de lege ruimte in de Y-richting te vergroten.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden (temperatuur en vochtigheid/papiersoort) kan een aanpassing nodig zijn.
Deze functie corrigeert de positie en verbetert de beginpositie voor het afdrukken niet (± 2 mm).
De overeenkomstige functienummers voor elke lade staan hieronder vermeld.
Multifunctionele lade (MP-lade)
Lade 1
Lade 2
Lade 3
Lade 4
Doellade
- 206 -
Functienummer
220
221
222
223
224
Afdrukken