13
Druk op «ONLINE» om terug te gaan naar het stand-byscherm.
4. Met het draadloze toegangspunt verbinden
Er zijn drie mogelijkheden. Er wordt doorgaans met de meest eenvoudige WPS verbonden.
Verbinden met WPS
Verbinden door vanuit het bedieningspaneel een draadloos LAN-toegangspunt te selecteren
Verbinden door vanuit het bedieningspaneel handmatig in te stellen
Als u met draadloos LAN verbind via WPA/WPA2-EAP, raadpleeg
instellen(P.232)".
Verbinden met WPS
Als het draadloze LAN-toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u eenvoudig met de draadloos LAN verbinden
met behulp van de drukknop voor eenvoudige instelling (WPS-knop).
1
Controleer de positie van de drukknop voor eenvoudige instelling (WPS-knop) en hoelang de
knop moet worden ingedrukt in de gebruikershandleiding die met het draadloze toegangspunt is
meegeleverd.
2
Controleer of het draadloos LAN-toegangspunt start en ook goed werkt.
3
Druk verschillende keren op de scrollknop ▲ op het bedieningspaneel om
[Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling draadloze (infrastructuur))] te selecteren en druk op
«OK».
4
Voer het beheerderswachtwoord in met behulp van het numerieke toetsenblok en druk op «OK».
Beheerderswachtwoord(P.213)
"Het is niet mogelijk om de draadloze (AP-modus) tegelijkertijd te gebruiken" wordt gedurende ongeveer 5
seconden weergegeven.
5
Selecteer ▲ om [Enable (Ingeschakeld)] te selecteren en druk op «OK».
Na voorbereiding van het apparaat verbinding maken met de pc
"IEEE802.1X (draadloos netwerk)
- 48 -