8
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
Voor macOS
1
Open het af te drukken bestand.
2
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (Bestand)]-menu.
3
Selecteer het [Print Options (Printopties)]-paneel.
4
Vink [Adjust ultra fine lines (Bijstellen zeer dunne lijnen)] aan in het tabblad [Quality1
(Kwaliteit1)].
5
Geef indien nodig overige instellingen op en klik op [Print (Afdrukken)].
Als er geen detailinstellingen worden weergegeven in het scherm [Print (Afdrukken)], klik dan op [Show details
(Details weergeven)] onderaan het scherm.
Afdrukken door het te gebruiken lettertype te specificeren
Printerspecifieke lettertypen gebruiken
De printerlettertypen worden mogelijk niet gereproduceerd zoals het Truetype-lettertype dat op het scherm wordt
weergegeven.
Deze functie is niet beschikbaar voor het PCL-printerstuurprogramma van Windows wanneer de [Print Mode
(Afdrukmodus)] is ingesteld op [Image (Afbeelding)] en is ook niet beschikbaar in MacOS.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor sommige toepassingen.
Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows
1
Open het af te drukken bestand.
2
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (Bestand)]-menu.
3
Klik op [Preferences (Voorkeuren)].
4
Selecteer het tabblad [Extend (Uitbreiden)].
5
Klik op [Font (Lettertype)].
6
Vink [Font Substitution (Lettertypevervanging)] aan onder [TrueType Font Output Type
(Truetype lettertype uitvoertype)].
7
Specificeer het printerlettertype dat u wilt gebruiken in de plaats van Truetype-lettertype in [Font
Substitution Table (Lettertypevervangingstabel)].
8
Klik op [OK].
9
Geef indien nodig overige instellingen op en klik op [OK].
10
Klik op [Print (Afdrukken)] in het scherm [Print (Afdrukken)].
Voor PS-printerstuurprogramma voor Windows
1
Open "Apparaten en printers".
Het openen van de
printermap(P.153)
- 189 -
Afdrukken