13
Klik op [Submit (Indienen)].
De nieuwe instellingen zullen van kracht zijn nadat de netwerkfunctie van het apparaat opnieuw is
ingesteld.
14
Schakel het apparaat uit wanneer het apparaat online is.
15
Haal de LAN-kabel uit het apparaat.
16
Ga naar "
Dit apparaat verbinden met de authenticatieswitch
Instelling met PEAP
Deze paragraaf beschrijft de instelling van PEAP, een van de IEEE802.1X-authenticaties.
1
Open de webpagina van dit apparaat.
De webpagina
openen(P.219)
2
Log in als beheerder.
Als beheerder
inloggen(P.219)
3
Selecteer [Admin Setup (Beheerdersinst.)].
4
Selecteer [Network (Netwerk)] - [IEEE802.1X].
5
Selecteer [Enable (Ingeschakeld)] in [IEEE802.1X].
6
Selecteer [PEAP] in [EAP Type (EAP-type)].
7
Voer de gebruikersnaam in in [EAP User (EAP-gebruiker)].
8
Voer het wachtwoord in in [EAP Password (Wachtwoord EAP)].
9
Selecteer [Authenticate Server (Authenticatieserver)] en klik op [Import (Importeren)].
10
Voer de bestandsnaam van het CA-certificaat in en klik op [OK].
Specificeer het CA-certificaat dat gebruikt wordt voor de authenticatie van de RADIUS-server. PEM-,
DER- en PKCS#7-bestanden kunnen worden geïmporteerd.
11
Klik op [Submit (Indienen)].
De nieuwe instellingen zullen van kracht zijn nadat de netwerkfunctie van het apparaat opnieuw is
ingesteld.
12
Schakel het apparaat uit wanneer het apparaat online is.
13
Haal de LAN-kabel uit het apparaat.
14
Ga naar "
Dit apparaat verbinden met de authenticatieswitch
Dit apparaat verbinden met de authenticatieswitch
1
Controleer of dit apparaat is uitgeschakeld.
2
Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkinterface-aansluiting van dit apparaat.
3
Sluit het andere uiteinde van de LAN-kabel aan op de poort voor authenticatie van de
authenticatieswitch.
4
Schakel het apparaat in.
5
Stel het IP-adres van dit apparaat in.
".
".
- 231 -
Het beheer van dit apparaat