Advertenties
3
Voer het beheerderswachtwoord in met behulp van het numerieke toetsenblok en druk op «OK».
Beheerderswachtwoord(P.213)
4
Druk verschillende keren op ▼ of ▼ om [Others Setup (Andere configuratie)] te selecteren en
druk op «OK».
5
Druk op ▲ om [Flash Memory Setup (Flashgeheugen setup)] te selecteren en druk op «OK».
6
Selecteer [Initialize (Initialiseren)] of [Format Partition (Partitie formatteren)] en druk op «OK».
7
Om te initialiseren, zorgt u ervoor dat [Execute (Uitvoeren)] is geselecteerd en drukt u op «OK».
Om partitie te formatteren, selecteert u de partitie die moet worden geformatteerd en drukt u op «OK».
Een geheugen kan op twee manieren worden geïnitialiseerd
[Initialize (Initialiseren)]: Hiermee initialiseert u het bereik van het open gebied (weergegeven in de
bestandenlijst) van het flashgeheugen.
[Format Partition (Partitie formatteren)]: Hiermee initialiseert u de gebruikersinformatie. U kunt elke partitie
van PCL/Common/PS formatteren.
8
Als [Are you sure? (Weet u het zeker?)] wordt weergegeven, selecteert u [Yes (Ja)] en drukt u
op «OK».
Om de initialisatie te annuleren, drukt u in plaats daarvan op [No (Nee)].
9
Als [Execute Now? (Nu uitvoeren?)] wordt weergegeven, selecteert u [Yes (Ja)] en drukt u op
«OK».
Dit apparaat zal herstarten en het geheugen zal worden geïnitialiseerd.
Als [Execute Now? (Nu uitvoeren?)] wordt weergegeven en als u [No (Nee)] selecteert, zal het display
terugkeren naar [Flash Memory Setup (Flashgeheugen)], maar de initialisatie zal niet worden geannuleerd. De
volgende keer dat het apparaat wordt ingeschakeld, zal de initialisatie worden uitgevoerd.
De instellingen van dit apparaat initialiseren
Hiermee zet u de instellingen van dit apparaat terug naar de fabrieksinstellingen.
Als u de instellingen van dit apparaat initialiseert, zullen de volgende gegevens worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
[Menus (Menu's)]-instellingen
[Admin Setup (Beheerdersinst.)]-instellingen
[Calibration (Kalibratie)]-instellingen
1
Controleer of "Ready To Print (Klaar voor afdruk)" op het display verschijnt.
Als dit apparaat in de energiespaarstand staat, druk dan op «POWER SAVE (ENERGIESPAARSTAND)» om die
uit te schakelen.
2
Druk verschillende keren op de scrollknop ▼ op het bedieningspaneel om [Admin Setup
(Beheerdersinst.)] te selecteren en druk op «OK».
3
Voer het beheerderswachtwoord in met behulp van het numerieke toetsenblok en druk op «OK».
Beheerderswachtwoord(P.213)
4
Druk verschillende keren op ▲ om [Settings (Instellingen)] te selecteren en druk op «OK».
5
Controleer of [Reset Settings (Beginwaarden)] is geselecteerd en druk op «OK».
- 258 -
Het beheer van dit apparaat
Advertenties
