Download Print deze pagina

Oki C650/ES6450 Gebruikershandleiding pagina 255

Advertenties

Vink [Set User Authentication Options for each user (Gebruikerverificatie-opties instellen voor elke
gebruiker)] aan om een PIN-code te gebruiken in de pop-upmodus van de client voor
afdruktaakverantwoording als gegevens voor de verificatie van de gebruiker.
 Informatie over gebruikersverificatie invoeren bij het afdrukken: Gebruikersverificatie-instellingen
verschijnen voor elke afdruktaak. Gebruik deze optie om de gebruiker voor elke afdruktaak op te
geven in een omgeving waarin meerdere gebruikers hetzelfde account op dezelfde computer
gebruiken.
Dit kan niet worden ingesteld als [Set User Authentication Options for each user
(Gebruikerverificatie-opties instellen voor elke gebruiker)] niet is aangevinkt.
 Verificatietype: Hiermee kunt u het verificatietype in de gebruikersverificatie-instellingen instellen.
 Standaard verificatietype: Hiermee geeft u het standaard verificatietype op wanneer het
verificatietype niet kan worden ingesteld.
5
Voor het PCL-printerstuurprogramma voor Windows klikt u op [OK].
6
Klik op [OK].
Voor macOS
Hier is een voorbeeld met TextEdit.
1
Selecteer [Print (Afdrukken)] in het [File (Bestand)]-menu.
2
Selecteer het printerstuurprogramma voor dit apparaat.
3
Selecteer [User Authentication (Gebruikersverificatie)] uit het paneelmenu.
4
Vink [Use User Authentication (Gebruikersverificatie gebruiken)] aan.
Vink [Use User Authentication (Gebruikersverificatie gebruiken)] uit als de PIN-code van de client voor
afdruktaakverantwoording wordt gebruikt als gegeven voor verificatie van de gebruiker.
5
Voer [User Name (Gebruikersnaam)] en [Password (Wachtwoord)] in.
Vink [Use logon name as user name (Loginnaam als gebruikersnaam gebruiken)] aan om de loginnaam
als de gebruikersnaam te gebruiken.
6
Als [Authentication Type (Verificatietype)] wordt weergegeven, selecteert u de
verificatiebestemming van de gebruiker en de verificatiemodus in de lijst.
 Automatisch: Volgt de aanmeldmethode voor macOS. De authenticatie wordt uitgevoerd door [Server
LDAP (Server LDAP)] wanneer bij in een domein bent aangemeld of door [Device Local (Apparaat
lokaal)] wanneer u niet bij een domein bent aangemeld.
 Apparaat lokaal: Verifieert aan de hand van de gebruikersgegevens in dit apparaat.
 Server LDAP: Verifieert met behulp van LDAP in de gebruikersgegevens van de server.
 Server Kerberos: Verifieert met behulp van Kerberos in de gebruikersgegevens van de server.
- 255 -
Het beheer van dit apparaat

Advertenties

loading