PIN-code: Stel de LDAP-sleutel in om de PIN-code voor PIN-code-authenticatiee te verkrijgen. Als u
PIN-code-authenticatie niet gebruikt, dient u niets in te voeren.
Gebruikersnaam: Stelt de LDAP-sleutel van de geregistreerde gebruikersnaam in de LDAP-server
in.
De standaardwaarde voor gebruikersnaam is de LDAP-sleutel "sAMAccountName" voor een
Windows-server.
Gebruikers die een Windows-server gebruiken, hoeven deze instelling niet te wijzigen.
Verificatiegegevens in cache: Hiermee stelt u in of authenticatie-informatie tijdelijk in dit apparaat
moet worden opgeslagen. De standaardinstelling die in de fabriek is ingesteld, is [Disable
(Uitgeschakeld)] (tijdelijk niet opslaan). Als [Enable (Ingeschakeld)] is ingesteld, kan
gebruikersverificatie worden uitgevoerd zelfs wanneer communicatie met de
LDAP-authenticatieserver niet beschikbaar is vanwege een communicatiestoring enz. Dit apparaat
kan dus continu worden gebruikt.
Geldigheidsduur van cache verificatie-informatie: Dit wordt weergegeven als [Cache authentication
information (Verificatiegegevens in cache)] is ingesteld op [Enable (Ingeschakeld)]. Stel de
geldigheidsduur van de authenticatie-informatie die tijdelijk in dit apparaat is opgeslagen dagelijks in.
De duur kan tussen 1 en 2000 dagen liggen. Nadat het aantal dagen is ingesteld, zal authenticatie
met tijdelijk opgeslagen informatie niet meer beschikbaar zijn.
7
Klik op [Submit (Indienen)].
8
Klik op [Role Assignment Regulations (Regeling roltoewijzing)].
Definieer regelingen voor de automatische toewijzing van rollen aan LDAP-gebruikers.
9
Klik op [Add (Toevoegen)] om nieuwe regelingen voor roltoewijzing toe te voegen.
10
Wanneer het roltoewijzingsscherm wordt weergegeven, voert u de LDAP-sleutel, de
LDAP-waarde en de desbetreffende rol toe.
Wanneer de LDAP-waarde die is geregistreerd in de roltoewijzingsregeling van de gebruiker, en de
LDAP-waarde die in de regelgeving is gedefinieerd op het moment van de authenticatie worden
geïdentificeerd, pas dan voor elke gebruiker de rol toe die door elke roltoewijzingsregeling is gedefinieerd.
Wanneer meerdere roltoewijzingsregelingen op eenzelfde gebruiker van toepassing zijn, worden alle
rollen die met deze regelingen overeenstemmen op de gebruiker toegepast.
11
Klik op [Submit (Indienen)].
- 250 -
Het beheer van dit apparaat