88
Werken met near-line-finishers
Overzicht van near-line-finishers
Een hoekmarkering en barcode genereren
2. Selecteer in het menu Plug-Ins (Invoegtoepassingen) de optie
Tabs Printing (Tabbladen afdrukken).
Het venster Tabs Printing (Tabbladen afdrukken) wordt
geopend en het tabblad Text Attributes (Tekstkenmerken)
wordt weergegeven.
3. Selecteer de gewenste opgeslagen instellingen in de lijst
Opgeslagen instellingen.
4. Klik op Verwijderen.
De CX-printserver ondersteunt twee near-line finishers, Duplo
DC-645 en DSF-2000. U kunt met de CX-printserver de volgende
acties uitvoeren:
Barcodes en registratiemarkeringen voor de Duplo DC-645-
●
finisher genereren en afdrukken. De barcodes en
registratiemarkeringen worden gegenereerd volgens de
jobdetails die op de finisher zijn geprogrammeerd.
Barcodes en hoekmarkeringen voor de DSF-2000-finisher
●
genereren en afdrukken. De barcodes en hoekmarkeringen
worden op elke pagina afgedrukt en worden automatisch
gemaakt op basis van de volgende instellingen in uw job:
Aantal sets
●
Vel-id
●
Aantal vellen in één set
●
Een barcode, registratiemarkering of hoekmarkering genereren en
de afwerkingsmarkeringen voor een near-line-finisher afdrukken
Vereisten:
Zorg dat u de jobdetails op de near-line-finisher die u gaat
gebruiken, programmeert.
1. Open het venster Jobparameters van de gewenste job.
2. Selecteer op het tabblad Afwerking de Near-line-finisher.
3. Selecteer in de lijst Apparaat de finisher die u wilt gebruiken
—bijvoorbeeld Duplo DSF-2000.
Opmerking: De opties kunnen anders zijn, afhankelijk van de finisher
die u selecteert.
Hoofdstuk 8—Productiewerkstromen