110
Parameter
Optie
Beschrijving
Rugmarge
Bepaalt de ruimte tussen paginaparen (overeenkomstig het
nettoformaat) op een vel. Wanneer de pagina's worden
gevouwen in een katern, blijft er door de rugmarge ruimte
voor bijsnijden.
De waarde die u invoert is afhankelijk van het papierformaat
en de impositiemethode die u kiest.
Rug
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de
impositiemethode is ingesteld op Garenloos gebonden.
Bepaalt waar de signaturen op de middenvouw worden
samengevoegd en vervolgens worden gehecht of gebonden.
De waarde die u invoert is afhankelijk van het papierformaat
dat u kiest.
Aflopend
●
●
●
De waarde die u invoert is afhankelijk van het papierformaat
en de impositiemethode die u kiest. U kunt een Maximale
overloop kiezen of een Aangepaste overloop invoeren.
Opmerkingen:
●
●
?
Biedt u de mogelijkheid help over tussenruimte en
markeringen te bekijken.
Voorbeeld
Biedt u de mogelijkheid uw impositielay-out en instellingen
te bekijken. U kunt het venster Voorbeeld op elk gewenst
moment openen en geopend houden om de impositie-
instellingen te controleren terwijl u deze selecteert. Het
venster Voorbeeld biedt een dynamische weergave van alle
wijzigingen die u aanbrengt.
Drukt een deel van het beeld of het volledige beeld
voorbij de snijgrenzen af.
Zorgt dat een onjuiste nettoformaatinstelling geen
ongewenste witte ruimte aan de paginaranden overlaat.
Produceert scherpe paginagrenzen met kleuren die
helemaal tot de rand van de pagina lopen.
Het overloopformaat mag de vouwlijnen van het blad niet
overschrijden. Overloop heeft geen effect op de positie
van een uitsnede.
Overloop moet in uw DTP-toepassing worden
gedefinieerd, zodat de CX-printserver de opties voor
overloop kan toepassen.
Hoofdstuk 11—Jobparameters