6
Jobs archiveren en ophalen
Een job archiveren
Jobs beheren
Om voldoende schijfruimte vrij te houden, wordt aanbevolen om
back-ups van jobs en de bijbehorende bestanden naar een externe
server op te slaan en de jobs vervolgens uit het gebied Opslag te
verwijderen. U kunt de gearchiveerde jobs en bestanden later weer
voor gebruik ophalen.
Archiveren is een methode voor het maken van een back-up en
het opslaan van een job, zodat u meer ruimte op uw schijf kunt
vrijmaken. Een cabinetbestand (een gecomprimeerd bestand) dat
alle bestanden bevat die betrekking hebben op de gearchiveerde
job, wordt op de geselecteerde locatie aangemaakt. De
gearchiveerde job behoudt de huidige status (voltooid, mislukt,
vastgehouden of afgebroken) en wordt samen met de informatie in
de jobparameters en het venster Jobgeschiedenis gearchiveerd.
Opmerking: De CX-printserver archiveert grote jobs naar meerdere
cabinetbestanden.
Wanneer een gearchiveerde job wordt opgehaald behoudt deze de
oorspronkelijke jobnaam en niet de naam die werd toegewezen
toen de job werd gearchiveerd.
Maak een back-up van een job en sla deze op, zodat er meer
schijfruimte beschikbaar komt.
Vereisten:
Een map voor het opslaan van de gearchiveerde job.
1. Klik met de rechtermuisknop op de job die u wilt archiveren in
het gebied Opslag en selecteer Archiveren.
2. Zoek de gewenste doelmap voor het archief op en klik
vervolgens op Opslaan.
Een cabinetbestand (een gecomprimeerd bestand) dat alle
bestanden bevat die betrekking hebben op de gearchiveerde
job, wordt op de geselecteerde locatie aangemaakt.
3. Verwijder de job uit het gebied Opslag.
Zie ook:
VDP-elementen archiveren
op pagina
99