6
In bedrijf nemen
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van de veiligheidsklep:
▶ Drukreduceer voorschakelen ( afb. 9, pagina 47).
Netdruk
Aanspreekdruk
(rustdruk)
veiligheidsventiel
6 bar
< 4,8 bar
5 bar
6 bar
8 bar
5 bar
8 bar
6 bar
7,8 bar
10 bar
Tabel 7 Keuze van een geschikte drukreduceer
5.3
Temperatuursensor monteren
Voor de meting en bewaking van de watertemperatuur de temperatuur-
sensor op de meetpunten [4] en [5] monteren ( afb. 2, pagina 45).
▶ Monteer de temperatuursensor ( afb. 10, pagina 47). Let erop,
dat het voelervlak over de gehele lengte contact heeft met het dom-
pelhulsvlak.
5.4
Elektrisch verwarmingselement (toebehoren)
▶ Elektrisch verwarmingselement conform de separate installatie-
handleiding inbouwen.
▶ Na afronden van de complete boilerinstallatie een randaardecontrole
uitvoeren (ook metalen koppelingen daarin betrekken).
6
In bedrijf nemen
OPMERKING: Schade aan de installatie door overdruk!
Door overdruk kunnen spanningsscheuren in de emaille-
ring ontstaan.
▶ Uitblaasleiding van de veiligheidsklep niet afsluiten.
▶ Alle modules en toebehoren conform de instructies van de leveran-
cier in de technische documenten in bedrijf stellen.
6.1
Boiler in bedrijf stellen
Lekdichtheidstest van de boiler uitsluitend met water
uitvoeren.
De testdruk mag aan de tapwaterzijde maximaal 10 bar (150 psi) over-
druk zijn.
▶ Leidingen en boiler voor de inbedrijfstelling grondig doorspoelen
( afb. 12, pagina 48).
6.2
Eigenaar instrueren
WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar aan de tappun-
ten van het tapwater!
Tijdens de thermische desinfectie en wanneer de tapwa-
tertemperatuur is ingesteld boven 60 °C, bestaat ver-
brandingsgevaar aan de tapwaterpunten.
▶ Wijs de eigenaar erop, dat hij alleen gemengd water
gebruikt.
36
Drukverminderaar
in de EU
buiten de EU
niet nodig
max. 4,8 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
max. 5,0 bar
niet nodig
▶ Werking en gebruik van de cv-installatie en de boiler uitleggen en op
veiligheidstechnische aspecten wijzen.
▶ Werking en controle van de veiligheidklep uitleggen.
▶ Overhandig alle bijbehorende documenten aan de gebruiker.
▶ Aanbeveling voor de eigenaar: inspectie- en onderhoudscontract
met een erkend installateur afsluiten. De boiler conform de gegeven
onderhoudsintervallen ( tab. 8, pagina 31) onderhouden en jaar-
lijks inspecteren.
▶ Wijs de eigenaar op de volgende punten:
– Bij opwarmen kan water uit de veiligheidsklep ontsnappen.
– De uitblaasleiding van de veiligheidsklep moet altijd open worden
gehouden.
– Onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden ( tab. 8,
pagina 31).
– Aanbeveling bij vorstgevaar en kortstondige afwezigheid van
de eigenaar: boiler in bedrijf laten en de laagste watertempera-
tuur instellen.
7
Buitenbedrijfstelling
▶ Bij geïnstalleerd elektrisch verwarmingselement (toebehoren) de
boiler spanningsloos schakelen ( afb. 14, pagina 48).
▶ Temperatuurregelaar op regeltoestel uitschakelen.
WAARSCHUWING: Verbranding door heet water!
▶ Boiler voldoende laten afkoelen.
▶ Boiler aftappen ( afb. 14 en 15, pagina 48).
▶ Alle modules en toebehoren van de cv-installatie conform de instruc-
ties van de leverancier in de technische documenten buiten bedrijf
stellen.
▶ Afsluiters sluiten ( afb. 16, pagina 49).
▶ Maak de externe warmtewisselaar drukloos.
▶ Externe warmtewisselaar aftappen en uitblazen
( afb. 17, pagina 49).
▶ Om te zorgen dat er geen corrosie ontstaat, de binnenruimte van de
boiler goed drogen en de deksel van de inspectie-opening geopend
laten.
8
Milieubescherming/afvoeren
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch groep.
Kwaliteit van de objecten, efficiency en milieubescherming zijn voor ons
gelijkwaardige doelen. Wetgeving en voorschriften voor milieubescher-
ming worden strikt nageleefd.
Verpakking
Voor wat de verpakking betreft, nemen wij deel aan de nationale verwer-
kingssystemen, die een optimale recyclage waarborgen. Alle gebruikte
verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
Oude ketel
Oude apparaten bevatten materialen, die hergebruikt kunnen worden.
De modules kunnen gemakkelijk worden gescheiden en de kunststoffen
zijn gemarkeerd. Daardoor kunnen de verschillende componenten wor-
den gesorteerd en voor recyclage worden aangeboden.
SF300.5 | SF400.5 – 6720819652 (2020/10)