CLIMATIC 50 – ROOFTOP – VERSIE 24
Sdc.2
Functies van de DM50
De schermen en functies van de DM50 zijn dezelfde als de schermen van de DC50.
Een DC moet worden aangesloten op één, en ook slechts één, BM50. Zelfs als de unit is aangesloten op de pLan-bus, dan
gelden de schermen van de DC50 alleen voor de gecontinueerde BM50.
Eén DM50 kan via de pLan-bus aangesloten worden op maximaal 12 units. De schermen van de DM50 hebben afwisselend
betrekking op één van de BM50's.
Sdm.1
Hoofdscherm
Sdc.3
3 uur oversturing
Met deze functies is het mogelijk 3 uur lang de gewenste ruimtetemperatuur te oversturen of de minimale luchtverversing.
Sdc.3
BALTIC_WSHP-IOM-0909-D
Het scherm Sdc.2 verschijnt.
Als na 5 seconden de display nog niet correcte is,
gaat u terug naar de configuratie door de toetsen
ingedrukt te houden totdat scherm Sdc.1 verschijnt.
Druk op
om de cursor op de regel met "Setting" te brengen.
Druk opnieuw op de toets
te zetten.
Met de toets
o f
v ervangt u "- -" door het adres van de aangesloten BM50.
Dit bevestigt u met de toets .
Herhaal de procedure "Toewijzing van displays aan de BM50"
Op de onderste regel van de BM50 geeft het symbool " " de BM50's aan zoals
die aangesloten zitten op de pLan-bus: nummer 1 links en nummer 12 rechts.
Een unit die niet aangesloten of uitgeschakeld is kan niet worden weergegeven
voor de DM50.
Het nummer tussen haakjes linksonder in het scherm geeft aan welke BM50
op dit moment met de DM50 verbonden is.
Als er een storing is aan één of meer BM50's, dan licht de "Prg"-toets rood
op en van de betreffende units knippert het symbool " ".
Om een andere unit vanaf de hoofddisplay weer te geven, drukt u op .
Op de eerst regel, in dubbele lettergrootte:
Buitentemperatuur.
Ventilator aan of uit
Op de tweede regel:
Stand van de verseluchtklep (optie).
"Dyn" als het setpoint automatisch wordt aangepast als functie van
de buitentemperatuur.
"Fan:Auto" als de start/stop van de ventilator in de dode zone is geconfigureerd.
Op de derde regel:
Temperatuur buitenlucht.
De huidige tijdsperiode (Z: A, Z: B, Z: C, Uno (ongebruikt), Ove (overstuurd)
en GBS)
Huidige activiteit van de unit (verwarmen, dode zone, koelen).
Als een oversturing (override) actief is, wisselt de aanduiding van de oorspronkelijke
zone af met het "Der" symbool.
Met de "Esc"-toets kan de oversturing weer ongedaan gemaakt worden.
Druk vanuit het hoofdscherm op de toets
(Druk op toets
op de DM50.)
om de cursor op de regel "I/O board address"
of .
tegelijk 5 seconden
.
Pagina 115