Aantekening
•
Om de geavanceerde scènefunctie te wijzigen, drukt u op [MENU/SET]; door op 1 te drukken
keert u terug naar stap
geavanceerde scènefunctie [
•
De flitserinstelling voor de geavanceerde scènefunctie keert terug naar de oorspronkelijke
instelling wanneer de geavanceerde scènefunctie wordt veranderd en dan wordt gebruikt.
•
Wanneer u een beeld maakt met een geavanceerde scènefunctie die niet geschikt is voor dit
doeleinde, zou de tint van het beeld kunnen verschillen van de eigenlijke scène.
•
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de geavanceerde scènefunctie omdat het
toestel ze automatisch op de optimale instelling zet.
–
[GEVOELIGHEID]/Items afgezien van [STANDAARD] en [STANDAARD] (
Filmmodus/[MEETFUNCTIE]/[FLITS-SYNCHRO]/[I.RESOLUTIE]/[INT.DYNAMIEK]/
[ISO-LIMIET]/[DIG. ZOOM]
∫ Over het diafragma en de sluitersnelheid als u een creatieve instelling kiest
•
U kunt het diafragma en de sluitersnelheid veranderen als u een
creatieve instelling in de Advanced Scene functie kiest. Indien u er niet
in slaagt een correcte belichting te krijgen wanneer u aan de
functieknop op de achterkant draait, zullen het diafragma en de
sluitersnelheid of de selectiecursor rood worden.
•
U kunt ook op 2/1 drukken om in te stellen.
•
Het zal tussen de instellingshandeling van het diafragma of de
sluitersnelheid en de belichtingscompensatie schakelen als op de
functieknop op de achterkant gedrukt wordt.
[PORTRET]
∫
[NORMAAL PORTRET]
[GAVE HUID]
[PORTRET BUITEN]
∫ Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Draai de zoomring zo ver mogelijk richting Tele.
2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Aantekening
•
Bij het maken van bewegende beelden, produceren [NORMAAL PORTRET], [GAVE
HUID], [PORTRET BUITEN] en [PORTRET BINNEN] bewegende beelden m.b.v.
overeenkomstige instellingen. [CREATIEF PROTRET] produceert bewegende beelden
m.b.v. instellingen die geschikt zijn voor het opnemen van personen.
•
In [PORTRET BINNEN] is de slimme ISO-gevoeligheidscorrectie actief en wordt de maximale
ISO-gevoeligheid [ISO400].
•
De begininstelling voor de AF-functie is [š].
•
Wanneer [GAVE HUID] is geselecteerd en een deel van de achtergrond enz. heeft een kleur
dieop de huidskleur lijkt, wordt dat gedeelte ook gaaf gemaakt.
•
Wanneer [GAVE HUID] is geselecteerd is deze functie mogelijk niet doeltreffend bij te weinig
licht.
[LANDSCHAP]
∫
[LANDSCHAP NORMAAL]
[NATUUR]
2
door op 3/4/2/1 te drukken selecteert u het menu voor de
] .
[PORTRET BINNEN]
[CREATIEF PROTRET]
[ARCHITECTUUR]
[LANDSCHAP CREATIEF]
Opnemen
) in
97
VQT3A43