Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een
hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
Stel de functieknop in op [
Draai de functieknop achterop om de
sluitertijd in te stellen.
•
Deze zal schakelen tussen instellingswerking van
sluitertijd en Belichtingcompensatie, elke keer dat de
functieknop achterop ingedrukt wordt.
•
Draai de functieknop op de achterkant om de
[LICHTMETER] af te beelden. (P133)
Aantekening
•
Het zal een normale bewegend beeldopname zijn wanneer u een bewegend beeld maakt.
•
De manier waarop naar de belichtingscompensatie wordt geschakeld, kan met [BELICHT.
INST.] (P133) in het [VOORKEUZE]-menu worden gewijzigd.
•
In het Snelmenu (P55), en terwijl u zich in de bediening door aanraking bevindt, kunnen het
diafragma of de sluitersnelheid ingesteld worden door het diafragma of de sluitersnelheid aan
te raken en door vervolgens de balk van de belichtingsmeter aan te raken.
•
De gemaakte opnamen kunnen lichter of donkerder lijken op het LCD-scherm/in de zoeker.
Controleer de opnamen op het weergavescherm.
•
Zet de diafragmawaarde hoger als het onderwerp te licht is in de diafragmaprioriteit AE-functie.
Zet de diafragmawaarde lager als het onderwerp te donker is.
•
Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, wordt de instelling voor de functieknop
achterop effectief als u de openingsring naar de [A] positie draait en de instelling van de
openingsring krijgt prioriteit als u de openingsring naar een positie draait die niet [A] is in de
AE-openingsprioriteitfunctie.
•
Als er geen geschikte belichting gevonden is, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd
rood knipperend op het scherm weergegeven.
•
Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
•
Als de flitser wordt geactiveerd, is de snelste sluitertijd die in de sluitertijdprioriteit AE-functie
kan worden ingesteld 1/160e seconde. (P71)
•
Als u de sluiterknop helemaal indrukt bij een trage sluitertijd, wordt de sluitertijd in de
sluitertijdprioriteit AE-functie op het scherm afgeteld.
•
[
] en [
] kunnen niet worden ingesteld in de sluitertijdprioriteit AE-functie.
•
De [GEVOELIGHEID] wordt automatisch op [AUTO] ingesteld als u de opnamefunctie wisselt
naar de sluitertijdprioriteit AE-functie terwijl de [GEVOELIGHEID] op [
[
] Sluitertijdprioriteit AE
].
Opnemen
] (Intelligent) staat.
93
VQT3A43