Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Onder fluorescente verlichting, kan er knipperen of kunnen er horizontale
strepen gezien worden.
Dit is kenmerkend voor MOS-sensoren die dienst doen als de
pickupsensoren van de camera.
Dit is geen storing.
Als het knipperen of de horizontale strepen opvallen, opnemen in de
Creatief bewegend beeldfunctie en de sluitertijd instellen op 1/100 in zones
waar de toevoerfrequentie 50 Hz of 1/60 in zones van 60 Hz bedraagt.
De helderheid of tint van het opgenomen beeld verschilt van het echte.
Als u opneemt onder fluorlicht kunnen helderheid en tinten lichtjes verschillen als de sluitertijd
korter wordt. Dit is kenmerkend voor beelden met fluorlicht en is geen storing van het toestel.
De kleur of de helderheid van het scherm zouden kunnen veranderen of er zouden horizontale
strepen kunnen verschijnen op het scherm wanneer het beeld gemaakt wordt in extreem
helder licht of onder fluorescente lampen, kwiklampen of natriumlampen enz.
Er verschijnen roodachtige horizontale strepen op de LCD-monitor tijdens de
opname.
Dit is een kenmerk van MOS-sensors die dienst doen als de oppaksensors van het toestel. Dit
doet zich voor wanneer het onderwerp een helder gedeelte heeft. Er zou zich wat oneffenheid
voor kunnen doen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het scherm niet bloot te stelen aan
zonlicht of een andere bron van fel licht.
Er wordt een helder punt dat zich niet in het onderwerp bevindt opgenomen.
Dit zou een inactieve pixel kunnen zijn. Voer [PIXELVERBETER.] (P135) uit in het
[VOORKEUZE] menu.
U kunt de belichting niet compenseren.
Bevindt u zich in de operatie van belichtingcompensatie?
> Druk op de functieknop achterop om te schakelen naar Belichtingscompensatie-werking. (P74)
Onderwerp kan niet vergrendeld worden.
(AF-opsporing niet mogelijk)
Stel de AF-zone in op de onderscheidende kleur van het onderwerp als er een gedeelte is dat
verschikt van de omliggende kleur. (P82)
Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege.
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasses met "Class 4" of hoger wanneer u bewegende
beelden opneemt in [AVCHD]. Gebruik bovendien een kaart met een SD-snelheidsklasse
"Class 6" of hoger wanneer u video's opneemt in [MOTION JPEG].
Afhankelijk van de kaart kan het opnemen halverwege stoppen.
> Als het opnemen van een video stopt tijdens het gebruik van een kaart van minstens "Class 4",
als u een kaart gebruikt waarop herhaaldelijk gegevens opgenomen en gewist zijn, dan wel een
kaart die op een PC of op andere apparatuur geformatteerd werd, zal de snelheid van het
schrijven van de gegevens lager zijn. In zulke gevallen, raden we aan dat u een back-up maakt
van de gegevens en vervolgens de kaart in dit apparaat formatteert (P62).

Bewegende beelden

Overige
187
VQT3A43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lumix dmc-gh2kLumix dmc-gh2

Inhoudsopgave