De op het terugspeelscherm Afgebeelde Informatie veranderen
Druk op [DISPLAY] om het beeldscherm te
wisselen.
A [DISPLAY] knop
•
Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P41), als u bewegende
beelden terugspoelt (P45) en tijdens een diavoorstelling
(P141), kunt u alleen kiezen tussen "Normale weergave B"
of "Geen weergave F".
•
Tijdens het afspelen wordt histogram D weergegeven in R (rood), G (groen), B (blauw) en Y
(helderheid).
STD.
STD.
STD.
1/9
1/9
1/9
P P
F3.5
F3.5
F3.5
30 30 30
16 16
16
16
0
0
AWB
AWB
AWB
0
0
0
B Normale weergave
C Gedetailleerde informatieweergave
D Histogramdisplay
¢
E Highlight display
F Geen weergave
¢ Dit wordt weergegeven als [HIGHLIGHT] (P130) in het [VOORKEUZE] menu op [ON] staat.
Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen)
Draai de functieknop achterop naar links.
1 scherm>12 schermen>30 schermen>Kalendersche
rmweergave
A Het aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen
beelden
B Schuifbalk
C Burst-icoon [˜]
•
Draai de functieknop achterop naar rechts om terug te keren naar het vorige scherm.
•
Als een beeld met de burst-icoon [˜] geselecteerd wordt en u drukt op [MENU/SET], dan
zullen de beelden in die groep burst-beelden met multi-playback weergegeven worden.
•
Er kan van scherm geschakeld worden door de schuifstaaf op of neer (P14) te slepen.
•
Het scherm kan geleidelijk geschakeld worden door het scherm op of neer te slepen (P14).
•
Beelden worden niet gedraaid voor de display.
•
Beelden die afgebeeld worden m.b.v. [
F3.5
30
0
WB
WB
AWB
AFS
ISO
ISO
160
P
STANDARD
10:00
1.DEC.2010
s
100-0001
RGB
] kunnen niet afgespeeld worden.
30
F3.5
0
ISO
160
1/9
100-0001
Basiskennis
A
B
C
39
VQT3A43