Opnemen
[OFF]/[ON]/[MEMORY]/[SET]
Aantekening
•
Raadpleeg P109 voor details.
Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden.
Toepasbare functies:
[C]:
Multipel
Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet
door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen.
Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
[
]:
Middenmeting
Dit is de methode die gebruikt wordt om scherp te stellen op
het object in het midden van het volledige beeld en de rest van
het beeld aan dit middelste beeld aan te passen.
[Ù]:
Spot
Dit is de methode waarbij het object direct in het meetbereik te
meten A.
Aantekening
•
Wanneer de AF-functie op [š] wordt gezet terwijl [ C ] is geselecteerd, wordt de belichting bepaald op
basis van iemands gezicht, en wanneer zij op [
[OFF]/[MODE1]/[MODE2]/[MODE3]
Aantekening
•
Raadpleeg P72 voor details.
[ ‡ ]/[
]/[ ‰ ]/[
Aantekening
•
Ga naar P67 voor meer informatie.
122
VQT3A43
[GEZICHT HERK.]
C [MEETFUNCTIE]
[STABILISATIE]
]/[
]/[
]
] wordt gezet op basis van het gefixeerde onderwerp.
[FLITS]