Het functiemenu [AFSPELEN] gebruiken
U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te
spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz.
•
Met [TEKST AFDR.], [NW. RS.], [BIJSNIJD.] of [ASPECT CONV.] wordt er een nieuw bewerkt
beeld gecreëerd. Een nieuw beeld kan niet gecreëerd worden als er geen vrije ruimte is op de
kaart, daarom raden we aan te controleren dat er vrije ruimte is en dan het beeld te bewerken.
Er kan tussen de afspeelmethoden voor 3D-beelden geschakeld worden.
•
Dit is een menu dat alleen weergegeven kan worden als de 3D-weergave mogelijk is.
Raadpleeg P155 voor details.
U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit
doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden.
U kunt een diavoorstelling samenstellen bestaande uit alleen foto's, alleen video's, alleen
3D-beelden, alleen beelden van een bepaalde categorie, of alleen favorieten.
We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het
toestel aan een TV.
1
Selecteer [DIASHOW] in het [AFSPELEN] -functiemenu (P53).
2
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
•
[FAVORIETEN] kan alleen geselecteerd worden wanneer
[FAVORIET] op het [SET-UP] menu (P61) op [ON] staat en er
reeds beelden ingesteld staan als favorieten.
•
Tijdens [CATEGORIESELECTIE], op
een categorie te selecteren en dan op [MENU/SET] drukken om
verder te gaan met stap
Voor details over categorieën, P143 raadplegen.
•
Raadpleeg P155 voor de wijze van afspelen van [3D] beelden in 3D.
3
Druk op 3, selecteer [START] en druk vervolgens op [MENU/SET].
4
Druk op 4 om de diavoorstelling te beëindigen.
•
Normaal afspelen wordt hernomen nadat de diavoorstelling eindigt.
∫ Operaties die uitgevoerd worden tijdens
De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1.
•
Het menuscherm wordt hersteld wanneer [‚] ingedrukt wordt.
A Spelen/Pauze
B Stop
C Terug naar vorig beeld
D Verder naar volgend beeld
¢ Deze handelingen kunnen alleen uitgevoerd worden in de Pauzefunctie,
tijdens het afspelen van bewegend beeld en burst-beeldgroep.
E Volumeniveau reduceren
F Volumeniveau verhogen
[2D/3D-INST.]
[DIASHOW]
3/
3
.
¢
¢
/
/
1 drukken om
4
2
diavoorstelling
Afspelen/Bewerken
141
VQT3A43