Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Begeleidingslus; Laadstation; Printplaten En Sensoren - Husqvarna Automower 420 Handboek

Werkplaats
Verberg thumbnails Zie ook voor Automower 420:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.5 Begeleidingslus

De begeleidingsdraad wordt samen met het deel van
de begrenzingslus dat de retour naar het laadstation
vormt de begeleidingslus genoemd. De stroom in de
begeleidingslus gaat altijd van de begeleidingsdraad
naar links op het punt waar de begeleidingsdraad op de
begeleidingslus is aangesloten.
De sterkte van het begeleidingssignaal varieert net
als het A-signaal, afhankelijk van de afstand tot de
begeleidingslus. In de begeleidingslus is het signaal
positief en de sterkte neemt aanzienlijk af naarmate
de afstand tot de draad groter wordt. Buiten de
begeleidingslus is het signaal negatief en neemt de
sterkte van het signaal nog sneller af.
Let op: Het product volgt altijd de linkerkant van de
begeleidingsdraad wanneer dit met de voorkant naar het
laadstation is gericht. Dat wil zeggen dat het product de
negatieve waarden op het begeleidingssignaal volgt.
OPGELET: Leg de begeleidingsdraad niet in
een hoek van 90° of scherper. Leg de draad in
twee hoeken van 135°.
135º

3.6 Laadstation

Voor een optimale installatie en werking van het product
moet van tevoren goed worden nagedacht over de
plaatsing van het laadstation. Raadpleeg
Laadstation in de bedieningshandleiding.
Let op: Laad de accu bij de laagst mogelijke
omgevingstemperatuur op om de accu in goede staat te
houden. Plaats het laadstation daarom in de schaduw,
vooral op de warmste tijd van de dag.
Wanneer het accuniveau is gedaald tot 600 mAh of
de accuspanning is gedaald tot 17.5 V, schakelt het
product de maaimotor uit en gaat het op zoek naar het
laadstation.
8 - Product en installatie
90º
135º
Installatie -

3.7 Printplaten en sensoren

De printplaten en sensoren in het product:
5
2
7
8
10
6
1. Hoofdprintplaat (achterste lussensoren en
kantelsensor)
2. HMI-printplaat
3. Communicatieprintplaat
4. Ultrasone printplaat (450X/450XH/550/550H)
5. Ultrasone sensoren (450X/450XH/550/550H)
6. Printplaat voorste lus (voorste lussensoren)
7. Printplaat tilsensor (tilsensoren)
8. Printplaat botsing vooraan (voorste botssensor)
9. Printplaat botsing achteraan (achterste botssensor)
10. Printplaat maaihoogte (maaihoogtesensor)
OPGELET: Enkele sensoren bevatten een Hall-
sensor en een magneet. Vanwege de noord- en
zuidpool van de magneet is het belangrijk dat
de magneet juist is aangebracht.
3.7.1 Kantelsensor
De kantelsensor is een sensor op de hoofdprintplaat
die de stand van het product ten opzichte van
het horizontale vlak detecteert. De X-hoek geeft de
kanteling van voor naar achter en de Y-hoek de
kanteling van links naar rechts aan. De waarde van de
kantelsensor wordt onder meer gebruikt om de snelheid
van de aandrijfwielen te corrigeren als er op steile
hellingen wordt gemaaid.
3.7.2 Tilsensoren
De tilsensoren detecteren of het product van de grond
wordt getild. Dit wordt gedaan met behulp van het
mechanische ontwerp en de magneten. Als het signaal
'tillen' wordt afgegeven, stopt de maaischijf onmiddellijk.
Het product probeert manoeuvres om uit deze situatie
te komen door achteruit te rijden en meerdere keren te
draaien.
3.7.3 Lussensoren
De lussensoren meten de signalen die het laadstation
via de begrenzingslus (A-signaal), de geleidingslus
9
3
5
4
7
1699 - 004 - 21.04.2022
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave