Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Symptomen Tijdens Maaien - Husqvarna Automower 420 Handboek

Werkplaats
Verberg thumbnails Zie ook voor Automower 420:
Inhoudsopgave

Advertenties

Let op: Raadpleeg de bedieningshandleiding voor meer informatie over het oplossen van storingen.
8.2.1 Symptomen tijdens maaien
Symptoom
Ongelijkmatige maairesultaten Het product werkt te weinig uren per dag. Verhoog het aantal werkuren.
Het product werkt op het ver-
keerde tijdstip
Het product vibreert
Het product maait minder lang
dan gewoonlijk tussen twee
laadcycli
Zowel de maaitijd als de laad-
tijd is korter dan normaal
Het product rijdt in een kleine
cirkel of één wiel blokkeert bij
het draaien, in plaats van ach-
teruit te draaien.
1699 - 004 - 21.04.2022
Oorzaak
Werkgebied te groot.
Botte messen.
Lang gras ten opzichte van de ingestelde
maaihoogte.
Verkeerde instellingen voor tuindekking.
Volgt de geleidingsdraad niet naar de op-
gegeven gebieden.
Grasophoping bij de maaischijf of rond
de motoras.
Weertimer vermindert de maaitijd te veel. Controleer en wijzig de instellingen.
De start- en stoptijden voor het maaien
zijn verkeerd.
Weertimer vermindert de maaitijd te veel. Controleer en wijzig de instellingen.
Een verkeerd aantal messen zorgt voor
een onbalans.
De maaischijf of de wielen worden ge-
blokkeerd door gras of een vreemd voor-
werp. De oorzaak kan ook een lage ac-
cucapaciteit zijn.
Teruggelopen accucapaciteit.
De tandwielkast van de wielmotor slipt.
Actie
Probeer het werkgebied te verkleinen of
de werktijd te verlengen.
Vervang alle messen en schroeven zodat
de draaiende delen zijn uitgebalanceerd.
Verhoog de maaihoogte en stel deze ver-
volgens geleidelijk lager in.
Controleer de instellingen voor de tuin-
dekking en optimaliseer ze voor de instal-
latie.
Controleer het geleidingssignaal. Zie
Hulpmiddelen - Info - Lus op pagina 11 .
Controleer of de maaischijf vrij en soepel
draait. Als dat niet het geval is, moet
de maaischijf mogelijk worden verwijderd
om gras en ander materiaal weg te ha-
len.
Raadpleeg de bedieningshandleiding.
Pas de start- en stoptijdinstelling voor het
maaien aan.
Raadpleeg de bedieningshandleiding.
Zorg ervoor dat er geen messen ont-
breken en dat er slechts één mes per
schroef is bevestigd.
Verwijder en reinig de maaischijf. Voer
een accutest uit om de capaciteit van de
Accutest op pa-
accu vast te stellen. Zie
gina 65 .
Voer een accutest uit om de capaciteit
van de accu te bepalen. Zie
pagina 65 .
Controleer de werking van de wielmoto-
ren bij stationair draaien. De accuspan-
ning moet meer dan 18 V zijn in de-
ze test. Controleer of beide wielmotoren
starten met 50% vermogen. Verhoog het
vermogen daarna naar 100%. Bij 100%
moet de snelheid van elk wiel minstens
35 cm/seconde zijn. Controleer of de
tandwielkasten van de motoren niet slip-
pen als elk wiel wordt geblokkeerd. Bij
het blokkeren van een wiel moet de snel-
heid 0 cm/seconde zijn. Vervang de wiel-
motor als er een defect is.
Probleemoplossing - 61
Accutest op

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave