Belangrijkste Onderdelen Voor De Installatie; De Regelsignalen Van Het Lussysteem; Led-Indicator Op Het Laadstation; Product En Installatie - Husqvarna Automower 420 Handboek
Werkplaats
Verberg thumbnails
Zie ook voor Automower 420:
- Gebruiksaanwijzing (100 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (56 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (72 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
3.1 Belangrijkste onderdelen voor de installatie
Het robotsysteem omvat vier hoofdonderdelen:
•
Robotmaaier
•
Laadstation
•
Voeding
•
Lusdraad
Ga naar de website van de fabrikant of lees de
bedieningshandleiding voor verdere beschrijvingen van
het product en de installatie.
3.2 De regelsignalen van het lussysteem
Het lussysteem bevat de begrenzingsdraad en één
of meer geleidingsdraden die op het laadstation zijn
aangesloten. Het lussysteem verzendt de volgende
signalen:
N
•
A-signaal, stelt de grens voor het werkgebied in.
•
F-signaal, wordt gegenereerd door een lus in het
laadstation zodat het product weet dat het zich dicht
bij het laadstation bevindt.
•
N-signaal, wordt gegenereerd door een lus in de
bodemplaat van het laadstation om het product
correct in het laadstation te leiden.
•
Geleidingssignaal, G, leidt het product naar het
laadstation, maar kan ook worden gebruikt om het
product van het laadstation naar een afgelegen
gebied te leiden.
Voor het controleren van de A-, F-, N- en
geleidingssignalen raadpleegt u
63 .
3.3 LED-indicator op het laadstation
De status van het lussysteem kan het gemakkelijkste
worden gecontroleerd aan de hand van de LED-
indicator op het laadstation. Zie
63 .
1699 - 004 - 21.04.2022
3 Product en installatie
Lussignaal op pagina
Lussignaal op pagina
3.4 Begrenzingslus
De sterkte van het A-signaal is afhankelijk van de
afstand. De sterkte van het signaal is hoog vlakbij de
draad. De sterkte neemt steeds meer af naarmate u
zich verder van de draad bevindt. Buiten het werkgebied
is het signaal negatief en neemt de sterkte nog sneller
af. De signaalkwaliteit moet altijd 100% zijn voor een
correcte werking.
160
100
40
A
De signaalsterkte wordt beïnvloed door de omvang van
het werkgebied, eilanden, inhammen, doorgangen en
hoeken. Het signaal kan ook worden beïnvloed door
magnetische voorwerpen in de grond of in nabijgelegen
muren en gebouwen. Voorbeelden van magnetische
voorwerpen zijn ijzeren hekken, ijzeren dwarsliggers en
verstevigingsbalken. Grasgebieden op betonnen daken
kunnen daardoor het signaal verzwakken.
De ontvangst en versterking van het A-signaal kan
per product met +/- 10% variëren. Dit betekent dat op
hetzelfde punt in een installatie het ene product A=90 en
een ander product A=100 kan aangeven. De printplaat
van het laadstation en de lussensor van het product
kunnen ook bepaalde verschillen tussen verschillende
producten veroorzaken.
3.4.1 Begrenzingslus testen
Het product geeft de melding
geprobeerd wordt om het product te starten voordat de
installatie is voltooid.
Het is echter mogelijk om het product te testen voordat
de installatie is voltooid. Dat kunt u op een van de
volgende manieren doen:
•
Sluit een korte, tijdelijke lus rond het product aan.
•
Schakel de lusdetectie van het product tijdelijk uit.
Hulpmiddelen - Speciale instellingen op pagina
Zie
15 .
3.4.2 Obstakels
Om een obstakel af te zetten, kunt u de
begrenzingsdraad van de rand van het werkgebied
naar het obstakel leiden, eromheen en vervolgens weer
terug.
OPGELET: De begrenzingsdraad mag op het
traject van en naar een eiland niet worden
gekruist.
15 m/49 ft.
Geen lussignaal als
Product en installatie - 7
Advertenties
Inhoudsopgave
